2 april - Uitkeringsinstantie UWV handelde niet op een wijze die zo niet van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat daarom de resultaten van verricht onderzoek niet mogen worden gebruikt. Dit heeft de rechtbank beslist. De enkele bewering dat dit onderzoek het gevolg is van etnisch profileren, is volstrekt onvoldoende. Dit vereist concrete feiten en omstandigheden en die heeft de stichting die de zaak aanspande niet gesteld. Het onderzoek was gericht op de arbeidsrelatie tussen een stichting en een vrouw in haar functie van lid van de Raad van Toezicht van die stichting. Uit dit onderzoek, maar ook uit andere (deels openbare) stukken concludeert de rechtbank dat de vrouw als lid van de Raad van Toezicht geen werknemer was omdat een gezagsverhouding ontbrak. Daardoor had de stichting geen recht op de tegemoetkoming in de loonkosten (een subsidie) en de compensatie van de transitievergoeding, die het UWV daarom mocht terugvorderen.
Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2025:2469