Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 20 april 2020

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Deze week hebben we 5 van de belangrijkste en meest opvallende zaken per rechtsgebied geselecteerd.

Bestuur - Nederlander worden niet vanzelfsprekend met Chavez-Vilchez verblijfsrecht

6 april - Vreemdelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning omdat ze familielid zijn van een minderjarig Europees staatsburger, het zogenaamde Chavez-Vilchez verblijfsrecht, komen niet zonder meer in aanmerking voor naturalisatie tot Nederlander, zo oordeelde de rechtbank recent in twee zaken. Twee vreemdelingen hadden verzocht om op basis van de Rijkswet Nederlanderschap genaturaliseerd te worden tot Nederlander. Een Chavez-Vilchez verblijfsrecht is echter een afgeleid en tijdelijk verblijfsrecht dat als doel heeft te voorkomen dat een burger van de Unie geen gebruik kan maken van de rechten die horen bij het unieburgerschap. Uit eerdere jurisprudentie blijkt dat de tijd dat iemand in Nederland verblijft op grond van een afgeleid verblijfsrecht, niet meetelt voor het verkrijgen van het Nederlanderschap. Wel kan de tijdelijke vergunning verlengd worden, tot de minderjarige die afhankelijk is van de vreemdeling meerderjarig is.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2298   
ECLI:NL:RBAMS:2020:2299

Bestuur - Boete van 20500 euro wegens onttrekking woning voor B&B

7 april - De gemeente heeft een woningeigenaar terecht een boete van 20.500 euro en een dwangsom bij verdere overtreding van 50.000 euro opgelegd, omdat hij een gedeelte van zijn woning verhuurde aan toeristen en daarmee woonruimte aan de woonvoorraad onttrok. Volgens de rechtbank voldeed de woningeigenaar niet aan de voorwaarden van een Bed & Breakfast (B&B), omdat er meer dan vier toeristen tegelijk in de woning verbleven. De woningeigenaar had hiervoor geen onttrekkingsvergunning aangevraagd bij de gemeente, terwijl dat wel noodzakelijk is. De woningeigenaar is van mening dat hij geen woonruimte heeft onttrokken aan de woningvoorraad, onder andere omdat hij zelf zijn hoofdverblijf in de woning heeft. De rechtbank vindt dat de woningeigenaar als professioneel verhuurder op de hoogte hoort te zijn van de geldende regelgeving. Mede vanwege de krappe Amsterdamse woningmarkt is streng optreden tegen het onttrekken van woningen aan de woningvoorraad noodzakelijk. Volgens de rechtbank is er dan ook geen reden om de woningeigenaar een lagere boete op te leggen dan de gemeente heeft gedaan.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2301

Kanton - Geen bedrog bij einde arbeidsovereenkomst

31 maart - Een leverancier van telecommunicatiediensten heeft geen bedrog gepleegd bij het sluiten van een vaststellingsovereenkomst met een directeur interne communicatie in december 2017. De directeur stelde dat hem ten onrechte was meegedeeld dat zijn functie eind maart 2018 zou vervallen omdat iemand anders zijn werk heeft overgenomen. Daar gaat de kantonrechter niet in mee. Het bedrijf onderbouwde voldoende dat de directeursfunctie na reorganisaties was vervallen. Ook heeft de opvolger niet de functie van de directeur overgenomen. Hoewel het netter was geweest als het bedrijf had gemeld dat er later iemand anders kwam werken, waren hun werkzaamheden onvergelijkbaar. Zo had de opvolger een achtergrond in verandermanagement en onderhield die contacten met nieuwe betrokkenen. Die zaken speelden niet toen de directeur vertrok. Daarnaast deed de opvolger meer strategisch dan operationeel werk, en op een hoger niveau. Bovendien had de opvolger geen arbeidsovereenkomst maar een overeenkomst van opdracht

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2297

Kanton - Toch niet ontslagen werknemer krijgt proceskosten vergoed

14 april - Een groothandel in bloemen en planten imoet de proceskosten van ruim 300 euro betalen van een werknemer wiens eerdere ontslag op staande voet de groothandel later introk. De werknemer heeft namelijk geen onnodige kosten gemaakt oordeelt de kantonrechter. Weliswaar meldde de groothandel nog met de werknemer in gesprek te zijn maar het ontslag werd pas op 20 maart 2020 ingetrokken. Toen had de advocaat van de werknemer het verzoek om het ontslag op staande voet te vernietigen al bij de kantonrechter ingediend. De groothandel had ook niet op eerdere brieven gereageerd. De werknemer onderbouwde zijn proceskosten bovendien voldoende. De proceskosten bestonden onder meer uit griffiekosten en salaris van zijn advocaat. Die krijgt de helft van het standaardbedrag aan salaris omdat het in dit geval nooit tot een volledige zaak is gekomen. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2254

Civiel - Tweede beslag op appartement IJburg opgeheven

15 april - Het beslag dat een verhuurder had laten leggen op een appartement op IJburg waarop ook al eerder door een andere partij beslag was gelegd (ECLI:NL:RBAMS:2020:2243) wordt opgeheven. Zo oordeelt de voorzieningenrechter. De eigenaar van het appartement zou een huurovereenkomst hebben afgesloten en de huur niet hebben betaald. De verhuurder uit had daarop beslag laten leggen op het appartement van de eigenaar voor 243.750 euro. De eigenaar heeft in kort geding gevraagd om ook dit beslag op zijn woning op te heffen. Hij ontkent dat er sprake is van een huurovereenkomst en zegt onder meer dat zijn handtekening vervalst is. De voorzieningenrechter constateerde op zitting dat de handtekening op de huurovereenkomst weinig lijkt op die van de eigenaar van het appartement op een door hem gesloten koopovereenkomst. Ook ontbrak in een e-mail wisseling over de huurovereenkomst die de verhuurder uit Den Haag had bijgevoegd het e-mailadres van de eigenaar van het appartement. De voorzieningenrechter oordeelt, net als in een eerdere procedure, dat het ook hier gaat om een valse overeenkomst en heft het beslag op. Vanwege de bijzondere omstandigheden door de Corona-crisis heeft de voorzieningenrechter deze zaak mondeling behandeld via Skype for Business.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2020:2306

Uitspraken