Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 21 oktober 2024

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.

Straf - Celstraf voor steken met mes en diefstal

15 oktober - Een 37-jarige man is veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf omdat hij op 28 juni 2024 in Amsterdam een man stak met een mes, die hierdoor in zijn borst en arm geraakt werd. Ook stal hij zijn tas. Zij hadden daarvoor een ruzie gehad in een supermarkt. De 37-jarige man verklaarde dat hij zich bedreigd voelde maar ondanks vragen daarover van de rechtbank is onvoldoende duidelijk geworden wat er tijdens het steken in zijn hoofd omging. De rechtbank verwerpt zijn beroep op noodweer omdat dat de noodweersituatie toen al voorbij was. Een beveiliger had het latere slachtoffer die uithaalde met een ijzeren mandjeshouder al weggetrokken. Uit onderzoek van de psycholoog en psychiater blijkt dat de 37-jarige man een persoonlijkheidsstoornis heeft en licht verstandelijk beperkt is. Omdat dit ook gold toen hij zijn daden pleegde, rekent de rechtbank hem die verminderd toe. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2024:6341

Bestuur - Gemeente moet kosten betalen voor verwijderen kunstwerk

15 oktober - De gemeente Amsterdam moet de kosten (ruim 61.000 euro) voor het weghalen van een kunstwerk in wording in Amsterdam zelf betalen en mag deze niet bij de kunstenaar neerleggen. Zo oordeelde de bestuursrechter. Het kunstwerk lag niet rechtmatig op een locatie aan het water in Amsterdam-Noord. Na een procedure over bestuursdwang had de kunstenaar het kunstwerk moeten verwijderen. Dat heeft hij niet gedaan en de gemeente heeft het kunstwerk toen zelf verwijderd. Grote delen van het kunstwerk in wording, waaraan de kunstenaar vele jaren had gewerkt, zijn bij het demonteren en weghalen stuk en verloren gegaan. Ook in het atelier van de kunstenaar dat onderdeel vormde van het kunstwerk zijn zaken zoals schilderijen kapotgegaan. Al bij al zijn er bijzondere omstandigheden die maken dat de kosten van de bestuursdwang niet bij de kunstenaar mogen worden neergelegd. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2024:6355

Kanton - Oneerlijk beding bij factuur logopedist? Infomedics aan zet

8 oktober - Infomedics wordt bij tussenvonnis in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over een oneerlijk kostenbeding. De vordering betreft een factuur van een logopedist, en voor logopedisten gelden vrije tarieven. Infomedics heeft niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze deze tarieven voorafgaand aan de behandeling kenbaar zijn gemaakt aan de consument. Daarom gaat de kantonrechter er vooralsnog van uit dat het kostenbeding niet transparant is. Omdat bovendien niet valt uit te sluiten dat de consument geconfronteerd wordt met een tarief waarmee zij niet akkoord was gegaan als zij daarvan vooraf op de hoogte was geweest en daarover had kunnen onderhandelen, is de kantonrechter ook van oordeel dat het kostenbeding oneerlijk is. Voordat de kantonrechter het kostenbeding vernietigt, krijgen Infomedics en de consument de gelegenheid zich over de voorgenomen vernietiging uit te laten. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2024:6340

Civiel - Marokko moet betalen voor geplande opening cultureel centrum

16 oktober - Koninkrijk Marokko moet een bedrijf ruim 56.000 euro betalen voor werkzaamheden die zijn uitgevoerd en kosten die zijn gemaakt voor de oorspronkelijk in 2015 geplande opening van een cultureel centrum in Amsterdam, omdat zij daarvoor een overeenkomst hebben gesloten. Zo oordeelde de rechtbank. De geplande opening was eerst tijdelijk uitgesteld en later voor onbepaalde tijd. Het bedrijf heeft hiervoor gefactureerd. Daarna heeft zij de vordering op Koninkrijk Marokko verkocht aan een ander bedrijf (een zustervennootschap van de verkoper en de eisende partij in deze procedure). Die verkoop is medegedeeld aan Koninkrijk Marokko. De verkoop van de vordering (cessie) voldoet aan de wettelijke eisen. De overige verweren van Koninkrijk Marokko vormen geen reden voor het afwijzen van de vordering. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2024:6315

Uitspraken