Laden...

Het oordeel van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Het oordeel van de rechter
Amsterdam, 28 maart 2025

De rechtbank Amsterdam doet ongeveer 140.000 uitspraken per jaar. Iedere week selecteren we een aantal van de belangrijkste en meest opvallende uitspraken per rechtsgebied.


Straf - Vrijspraak van rol bij seksuele uitbuiten minderjarig meisje

26 maart - Een 24-jarige man is vrijgesproken van een rol bij de seksuele uitbuiting van een minderjarig meisje in juni 2023 in Amsterdam. De rechtbank stelt op basis van het dossier en zijn verklaring vast dat hij haar en haar vriend thuis onderdak heeft geboden maar het dossier bevat buiten de verklaringen van het meisje geen ander bewijs waaruit blijkt dat de man  wist dat zijn woning werd gebruikt voor prostitutiewerkzaamheden die het meisje verrichtte. of dat hij haar naar klanten bracht en ophaalde of dat hij (een deel van) haar inkomsten uit dat werk ontving of enige andere rol speelde bij het prostitueren van het meisje.   

Lees de volledige uitspraak:

Bestuur - Afwijzen aanvraag overname privéschulden mocht

25 maart - De minister van Financiën mocht de aanvraag om overname private schulden afwijzen. Dat heeft de rechtbank geoordeeld. Een Amsterdamse vrouw, erkend gedupeerde van de Toeslagenaffaire, had verzocht om overname van private schulden. Het doel van de wet is het bieden van een nieuwe start aan gedupeerde ouders door hen in bepaalde gevallen te vrijwaren van incassomaatregelen. Alleen wanneer een schuld opeisbaar is en niet wordt voldaan, kan de schuldeiser, al dan niet met tussenkomst van een deurwaarder, tot incassomaatregelen overgaan. Omdat de schuld niet voor 1 juni 2021 opeisbaar was, mocht het overnameverzoek worden afgewezen, oordeelt de rechtbank. Die afwijzing getuigt ook niet van hardheid. 

Lees de volledige uitspraak:

Kanton - Huurder hoeft parkeervergunning niet op te zeggen

17 maart - Een huurder van een woonruimte gelegen op een zolderetage in Amsterdam-Zuid hoeft zijn parkeervergunning niet op te zeggen bij de gemeente Amsterdam. Hier had de verhuurder om verzocht op verzoek van zijn huurders van de derde verdieping. Omdat de huurders van beide etages staan ingeschreven op hetzelfde adres kunnen de huurders van de derde verdieping geen tweede parkeervergunning aanvragen.  De kantonrechter oordeelt dat er in deze kortgedingprocedure geen sprake is van een spoedeisend belang omdat de huurders van de derde verdieping nog geen beschikking hebben over een auto waarvoor de tweede parkeervergunning nodig is. Ook als er wel spoedeisend belang zou zijn geweest, zou overigens de gevraagde voorlopige voorziening worden afgewezen. De verhuurder heeft geen gronden om van de huurder van de zolderetage te eisen dat hij zijn parkeervergunning opzegt. Er is geen wettelijke verplichting voor een huurder om de verhuurder in te lichten over het aanvragen van een parkeervergunning bij de gemeente. 

Lees de volledige uitspraak:

Uitspraken