23 mei -Een 20-jarige man is veroordeeld tot 365 dagen jeugddetentie (waarvan 171 dagen voorwaardelijk) en een taakstraf van 200 uur. Tussen november 2017 en januari 2018 deed hij zich (samen met een ander) bij meerdere slachtoffers voor als pakketbezorger. Tijdens de betaling voor de bezorging wisselden zij de pinpassen van de ontvangers om. Later pinden zij daar geld mee. De mannen richtten zich uitsluitend op senioren. De rechtbank vindt deze feiten zeer ernstig. De rechtbank neemt wel het reclasseringsadvies over om jeugdstrafrecht toe te passen omdat de jonge man zijn problemen niet kan overzien. Het is belangrijk dat hij zich in een proeftijd van twee jaar laat behandelen, begeleiden en weer naar school gaat. Daarom komt hij kort voor de start van het nieuwe schooljaar vrij. Daarnaast moet hij 600 euro schadevergoeding betalen en wordt zijn wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3554

25 mei - Een 20-jarige man is veroordeeld tot 10 maanden gevangenisstraf voor vijf inbraken samen met anderen in juli 2016 in Delft. Hij is ook veroordeeld voor de heling van een motorscooter in 2016 in Amsterdam. Daarnaast moet hij ruim 19.000 euro schadevergoeding betalen. In de straf weegt mee dat bij de inbraken voor duizenden euro’s aan kleding, flessen parfum en zonnebrillen zijn gestolen. Ook is daarbij veel schade veroorzaakt en hadden winkeliers veel overlast. De rechtbank rekent het de man aan dat hij geen verantwoordelijkheid voor zijn daden nam en dat hij al eerder voor inbraken is veroordeeld. In zijn voordeel telt dat de inbraken en de heling bijna twee jaar geleden plaatsvonden.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3577

18 mei - De gemeente mocht een boete van 13.500 euro opleggen aan een man die zijn woning in de Pijp aan toeristen verhuurde. Dat heeft de rechtbank bepaald. Uit het onderzoek van de gemeente bleek dat de woning te huur werd aangeboden op een groot aantal advertentiesites voor toeristen. Bij een huisbezoek werden er vier toeristen aangetroffen. Er waren geen persoonlijke spullen aanwezig waaruit bleek dat de woning permanent bewoond werd. Ook lag er op tafel een informatieblad met onder andere de wificode. Deze omstandigheden duiden op professionele verhuur, aldus de rechtbank. De gemeente mocht daarom concluderen dat het niet aannemelijk is dat er iemand hoofdverblijf had in de woning, en dat de eigenaar dus in strijd met de regels zijn woning heeft verhuurd.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3463

22 mei - Hoewel omwonenden geluidshinder hebben ondervonden van de Pride Amsterdam 2017, was deze geluidshinder aanvaardbaar. De burgemeester mocht destijds dan ook een vergunning voor het evenement verlenen. Dat heeft de rechtbank onder meer geoordeeld in een zaak die Wijkcentrum d’Oude Stadt namens een aantal inwoners van de binnenstad had aangespannen. Het wijkcentrum wordt hiermee in het ongelijk gesteld. Bij het verlenen van de vergunning heeft de burgemeester het maatschappelijke belang van het evenement zwaarder kunnen laten wegen dan het belang van omwonenden om beschermd te worden tegen aanzienlijke geluidshinder in huis, aldus de rechtbank.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3575

15 mei - De exploitant van een koffiehuis in Amsterdam-Oost mag zijn huurcontract van het koffiehuis laten overnemen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De rechter verwierp het bezwaar van de verhuurders dat er geen sprake was van een bedrijfsoverdracht, maar van een overdacht van een aantrekkelijk huurrecht. De exploitant heeft een groot belang bij de overdracht van zijn zaak. Daarbij weegt niet alleen de leeftijd van de exploitant mee (72 jaar), maar ook dat de exploitant zo de koffiezaak die hij in 41 jaar heeft opgebouwd op zijn manier kan voortzetten. Door 2 dagen per week op freelancebasis daar te blijven werken kan hij bij het bedrijf betrokkenen blijven zonder zich druk te hoeven maken over managementtaken. Dat de koper van de zaak onvoldoende waarborgen zou bieden voor nakoming van de huurovereenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering is niet gebleken.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3500

2 mei - Een biotechnologiebedrijf mocht een werkneemster niet op non-actief stellen. De werkneemster werkt als COO, waarmee zij binnen het bedrijf de spin in het web is. In maart 2018 liet het bedrijf haar weten dat haar functie vanwege een reorganisatie zou vervallen. Vrijwel direct werd zij ook op non-actief gesteld. Naast de organisatorische redenen heeft het bedrijf kritiek geuit op het functioneren van werkneemster. Zij zou informatie hebben afgeschermd, falende productie hebben verzwegen en tekort zijn geschoten in haar informatieverstrekking. De kantonrechter oordeelt dat het bedrijf onvoldoende heeft onderbouwd dan de non-actiefstelling noodzakelijk was, dat de verwijten die werkneemster worden gemaakt ten aanzien van haar functioneren niet vast staan en dat het belang van werkneemster om weer terug te keren naar de werkvloer evident is. Het bedrijf heeft bij de kantonrechter in Leiden een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werkneemster. 

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3501

14 mei - De eigenaren van een aantal zelfbouwkavels in het Amstelkwartier kunnen eindelijk verder met de verkoop van hun panden. De voorzieningenrechter heeft het beslag dat een bouwbegeleider op de kavels had gelegd, opgeheven. De bouwbegeleider maakte aanspraak op 1,8 miljoen euro voor de werkzaamheden die hij had verricht. In een eerder opheffingskort geding was zijn vordering al bijgesteld naar 26.000 euro,-. De eigenaren van de zelfbouwkavels hebben vervolgens een bankgarantie tot dat bedrag gesteld. Dat heeft toen echter niet tot opheffing van het beslag geleid omdat de bouwbegeleider het niet eens was met het nieuwe bedrag. Hij heeft nu allerlei inhoudelijke bezwaren tegen het vonnis waarin zijn vordering is herbegroot, maar die moeten in hoger beroep naar voren worden gebracht. Een kort geding mag niet dienen als een verkapt appel.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3488

23 mei 2018 - Bakkerij Dam moet een boete van 250.000 euro betalen aan de eigenaar van website Taartenwinkel.nl – omdat Dam taarten heeft geleverd aan de concurrerende sites Toptaarten.nl en Taartbezorgen.nl. Dat heeft de rechtbank bepaald. Dam en Taartenwinkel.nl waren een zogeheten exclusiviteitsbepaling overeengekomen. Daarin stond dat Dam, een groothandel in banketbakkersproducten, niet mocht leveren aan de concurrentie. De eigenaar van bakkerij Dam leverde vervolgens zelf, of via het bedrijf van zijn broer, toch taarten aan andere websites en schond daarmee die bepaling. De in het contract overeengekomen boete van 1 miljoen euro zou volgens de rechtbank tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leiden. En dus moet Dam een kwart daarvan betalen.

Lees de volledige uitspraak:
ECLI:NL:RBAMS:2018:3578