De raadsman van Holleeder had verzocht de anonieme getuige Q5 op een openbare zitting te horen, maar ook die moet van de rechtbank bij de rechter-commissaris worden gehoord.
De rechtbank bepaalt daarnaast dat het OM niet hoeft aan te geven welke CI(E) informatie in het dossier afkomstig is van de getuigen Q5 en C. Volgens de rechtbank bestaat het risico dat dan informatie wordt prijsgegeven die kan leiden tot de identificatie van de getuigen. Gezien het zwaarwegend veiligheidsbelang van deze anonieme getuigen dient een dergelijk risico te worden uitgesloten. Voor drie andere getuigen bepaalt de rechtbank dat het OM wel duidelijk moet maken welke informatie deze getuigen aan de CI(E) hebben verstrekt.