De rechtbank gaat daar niet in mee en verklaart het klaagschrift ongegrond. Er mag van de wet alleen inbreuk worden gemaakt op het verschoningsrecht van een advocaat als er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Daarvan is hier naar het oordeel van de rechtbank sprake. Daarbij weegt onder andere de ernst van de verdenking mee. De advocaat wordt onder meer verdacht van betrokkenheid bij de voorbereiding en uitlokking van zeer ernstige en gewelddadige strafbare feiten en van deelname aan een criminele organisatie. Dit zijn verdenkingen die grote schade kunnen berokkenen aan het vertrouwen in de maatschappelijke functie van de advocatuur.
Door de ongegrondverklaring van het klaagschrift mag het Openbaar Ministerie de stukken nu gebruiken in het strafrechtelijk onderzoek naar de advocaat.