De rechtbank deed vandaag uitspraak in een zaak die was aangespannen door vier musea op de Krim (samen de Krim Musea) en de staat Oekraïne tegen het Allard Pierson Museum. Zowel de staat Oekraïne als de Krim Musea maken aanspraak op de Krimschatten, een verzameling kunstwerken die het Allard Pierson in 2014 van de Krim Musea in bruikleen kreeg. Nadat de Krim zich in maart 2014 afsplitste van Oekraïne, was het voor het Allard Pierson Museum niet langer duidelijk aan wie het de kunstwerken terug moest geven. Hierop besloot het museum de stukken voorlopig onder zich te houden.

De rechter oordeelt nu dat de kunstwerken moeten worden afgegeven aan de staat Oekraïne, onder meer omdat de stukken deel uitmaken van het cultureel erfgoed van het land. De claim van de Krim Musea dat de schatten behoren tot het cultureel erfgoed van de Krim of van de Autonome Republiek van de Krim gaat volgens de rechter niet op, omdat beide geen (soevereine) staten zijn. Bovendien was de Krim onderdeel van de staat Oekraïne op het moment dat de kunstwerken werden uitgeleend.

Hoewel de Krimschatten door twee verschillende partijen worden geclaimd, doet de rechter geen uitspraak over wie de rechtmatige eigenaar van de stukken is.
De wet schrijft voor dat deze vraag moet worden beantwoord door de rechter in Oekraïne, nadat de kunstwerken daar zijn teruggekeerd.

De rechter oordeelt verder dat de aansluiting van de Krim bij de Russische Federatie een wijziging van de omstandigheden is die de ontbinding van de bruikleenovereenkomsten rechtvaardigt en dat het Allard Pierson Museum de stukken dan ook terecht niet aan de Krim Musea heeft afgegeven. Ten slotte dient de staat Oekraïne de kosten voor de tijdelijke opslag van de werken te vergoeden. Het gaat hierbij om een bedrag van circa 111 duizend euro.
De Krim Musea zijn veroordeeld tot het betalen van in totaal circa 2800 euro aan proceskosten van de staat Oekraïne en het Allard Pierson Museum.