Meer specifiek oordeelt de rechtbank dat het OM nog steeds bevoegd is om personen tegen wie een EAB is uitgevaardigd gevangen te zetten, maar dat de verdere detentie van de betrokken persoon kort daarna door de raadkamer van de rechtbank beoordeeld moet worden, in plaats van pas wanneer de zaak inhoudelijk door de rechtbank wordt behandeld. Ook heeft de rechtbank duidelijk gemaakt dat wanneer zij de overlevering toestaat, die beslissing ook een machtiging inhoudt aan het OM om de betrokken persoon daadwerkelijk over te brengen naar de lidstaat die het EAB heeft uitgevaardigd.