Laden...

Onterechte huurverhogingen: definitieve prejudiciële vragen aan de Hoge Raad

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Onterechte huurverhogingen: definitieve prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
Amsterdam, 15 januari 2024
De Rechtbank Amsterdam heeft al eerder beslist dat huurverhogingen soms ten onrechte zijn doorgevoerd op grond van een “oneerlijk beding” in de huurovereenkomst voor een woonruimte. Dat is het gevolg van de Europese Richtlijn oneerlijke bedingen. Op 5 oktober 2023 heeft de rechtbank aangekondigd om in twee zaken zogenaamde prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. Partijen hebben zich daarover uitgelaten. Nu worden de definitieve vragen aan de Hoge Raad gesteld.

Een huurverhogingsbeding is een beding in een huurovereenkomst op grond waarvan de verhuurder een huurverhoging kan berekenen. In twee zaken, één waarin de huurder zich niet en één waarin de huurder zich wel heeft gemeld, stelt de rechtbank de Hoge Raad vijf vragen. De vragen gaan over de reikwijdte en de gevolgen van de vernietiging van een dergelijk oneerlijk huurverhogingsbeding. Naar aanleiding van de reactie van partijen wordt een extra vraag gesteld, te weten of het huurverhogingsbeding als oneerlijk is aan te merken en welke maatstaven of gezichtspunten bij de beoordeling daarvan van belang zijn.

Vraag 1A: Kan een huurverhogingsbeding in een huurovereenkomst dat voorziet in een jaarlijks toe te passen opslag op de huurprijs van maximaal 3% boven de indexering krachtens de consumentenprijsindex, worden aangemerkt als een oneerlijk beding en wat zijn de bij de beoordeling daarvan toe te passen maatstaven, althans welke gezichtspunten zijn daarbij van belang?

Vraag 1B: Als een huurverhogingsbeding deels voorziet in een verhoging op grond van de wettelijke regeling of in een verhoging op een objectieve grond zoals een prijsindexcijfer en deels in een extra huurverhoging die als oneerlijk is aan te merken, moet het beding dan in zijn geheel vernietigd worden, of is alleen het oneerlijke deel vernietigbaar? 

Vraag 2: Vervalt bij een oneerlijk huurverhogingsbeding  de verschuldigdheid van iedere verhoging vanaf aanvang huurovereenkomst en voor de toekomst? 

Vraag 3: Moet de rechter in zo’n geval - ook als de huurder zich niet gemeld heeft in de procedure - zelf nagaan wat er vanaf het begin van de huurovereenkomst te veel is betaald en dat bedrag aftrekken van de gevorderde huurachterstand? 

Vraag 4: Kan de verhuurder zich beroepen op verjaring, wanneer de huurder de te veel betaalde huurverhogingen terugvordert, 

Vraag 5: of is er een andere grond om een beperking te stellen aan de periode waarover de huurder de ten onrechte betaalde huurverhogingen kan terugvorderen?

De Hoge Raad zal nu een oordeel vellen over deze vragen. Onbekend is wanneer dat zal gebeuren.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar de afdeling Communicatie van de rechtbank Amsterdam. 

Uitspraken