Met een EAB kan een verdachte of veroordeelde worden aangehouden in een lidstaat van de Europese Unie en worden overgebracht naar een andere lidstaat om daar te worden vervolgd of een vrijheidsstraf te ondergaan (de zogenoemde overlevering). De IRK is als enige rechter in Nederland bevoegd om over de overlevering aan andere lidstaten te oordelen. Als de Europese regelgeving over het EAB niet evident duidelijk is en de uitleg van die regelgeving nodig is voor de beslissing van de IRK, dan moet de IRK het Hof van Justitie vragen om die regelgeving uit te leggen. Het Hof heeft namelijk het laatste woord over de uitleg van Unierecht.