Op 15 februari 2021 in de ochtend wordt vastgesteld dat er tijdens onderhoudswerkzaamheden aan de fabriek van de staalproducent in IJmuiden ruim 35.000 kubieke meter kooksovengas vrij is gekomen. De staalproducent meldt dat pas ‘s avonds bij de Omgevingsdienst. Dit had volgens de voorschriften van de omgevingsvergunning binnen vijftien minuten gemeld moeten worden. De rechtbank oordeelt dan ook dat de staalproducent dit zware voorval niet tijdig heeft gemeld en daarmee de voorschriften van de omgevingsvergunning schond. Volgens de rechtbank gebeurde het niet tijdig melden opzettelijk. De primaire focus van de werknemers van Tata Steel lag na het voorval op de installatie in de correcte toestand terugbrengen en het zo correct mogelijk inschatten van de omvang van de emissie, en niet op het melden ervan. Dit niet-handelen kan de staalproducent strafrechtelijk aangerekend worden aldus de rechtbank. De staalproducent trof daarnaast  onvoldoende maatregelen om dit zware ongeval te voorkomen. Zo ontbrak een procedure voor het geval werkzaamheden tussentijds geannuleerd moesten worden. Dat droeg bij aan de grootschalige kooksovengas-uitstoot.

Een jaar later, op 31 januari 2022, blaast harde wind de afdekband van de filterinstallatie behorende bij de Kookgasfabriek in IJmuiden. Die afdekband blijkt dubbelgevouwen in de afzuigwagen te zijn terechtgekomen, waardoor een deel van de Kookgasfabriek niet meer kan functioneren. Ook dit voorval werd niet tijdig gemeld oordeelt de rechtbank. Nadat de stormschade is geconstateerd, overwogen werknemers of er gemeld moest worden en besloten zij het nog niet te melden. Dat maakt dat de staalproducent opzettelijk in strijd met de vergunning handelde. Ook in dit geval kan het niet-handelen de staalproducent strafrechtelijk worden aangerekend aldus de rechtbank.

Tata Steel is als grote staalproducent actief in een branche waarbij het essentieel is voor het milieu en de volksgezondheid dat de vergunningsvoorschriften en de daarbij behorende zorgplichten worden nageleefd. Desondanks stelt de rechtbank vast dat de staalproducent meermaals vergunningsvoorschriften overtrad en zich niet hield aan zijn zorgplicht. Gelet op de ernst van de feiten, de risico’s voor het milieu en de volksgezondheid en de omvang van de onderneming acht de rechtbank een boete van 150.000 euro passend en geboden. De rechtbank matigt die boete echter met 10.000 euro tot 140.000 euro omdat de redelijke termijn – 2 jaar - om de zaak te behandelen is overschreden. In de eerste zaak is de overschrijding bijna 16 maanden en in de tweede zaak is dat  ruim 4 maanden.  

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar de afdeling Communicatie van de rechtbank Amsterdam.