De kroongetuige had de telefoon in detentie tot zijn beschikking en gaf deze op enig moment aan zijn toenmalig advocaat. Toen deze kwam te overlijden, is de telefoon via de deken aan de opvolgend (anonieme) advocaat overgedragen. Nadat hij door de kroongetuige was ontslagen, vroeg de kroongetuige hem de telefoon in detentie te bezorgen. De anonieme advocaat weigerde dit en droeg daarop de telefoon weer over aan de deken. Daar werd hij in beslag genomen.