De politie viel in juni 2020 twee loodsen binnen in Rotterdam en in het Brabantse Wouwse Plantage. In Rotterdam werden onder meer voertuigen, wapens en politie-uniformen aangetroffen. De loods in Wouwse Plantage was ingericht als particuliere gevangenis met meerdere containers die waren omgebouwd tot geluidsdichte cellen en een container die was ingericht om mensen te martelen, met een ‘behandelstoel’ en een keur aan gereedschappen voor dat doel.

De politie kwam de zaak onder andere op het spoor door de hack van een EncroChat-server, die werd gebruikt voor onderling berichtenverkeer (PGP-berichten) tussen de personen die bij de loodsen betrokken waren. Toen duidelijk was waar de containers zich bevonden, plaatste de politie camera’s in en rond de beide loodsen. In de maanden daarna werden op die manier opnames gemaakt van alle werkzaamheden en overige activiteiten. Op basis van die opnames en de PGP-berichten werden uiteindelijk 11 personen aangehouden. De zaak van een van de verdachten werd tijdens de inhoudelijke behandeling gestaakt omdat hij terminaal ziek is en niet meer in staat was naar de rechtbank te komen.

Ten aanzien van 10 van de 11 overige verdachten oordeelt de rechtbank dat zij allen een bijdrage hebben geleverd aan het plan om criminele tegenstanders, dan wel familie daarvan, van hun vrijheid te beroven, te gijzelen, af te persen en daarbij zo nodig (zwaar) te mishandelen en te doden. De mannen vormden een groep die in het kader van een conflict over geld in het criminele milieu op niets ontziende wijze van plan is geweest het recht in eigen hand te nemen. Het gebrek aan respect dat daarbij getoond is voor de vrijheid en de lichamelijke integriteit van anderen is schokkend. Dat het uiteindelijk niet tot de uitvoering van het plan is gekomen, is op geen enkele wijze te danken aan de verdachten, maar is uitsluitend het gevolg van het adequate handelen van de politie.

De rechtbank concludeert dat de EncroChat-data als bewijs kunnen worden gebruikt. Volgens de verdediging waren de PGP-berichten onrechtmatig verkregen en gebruikt en mochten ze daarom niet als bewijs worden gebruikt. De rechtbank is het hier niet mee eens en oordeelt dat bij de EncroChat-hack geen sprake is geweest van algemene en ongedifferentieerde dataverzameling. Ook heeft het gebruik van de EncroChat-data in Nederland rechtmatig plaatsgevonden.

De 50-jarige hoofdverdachte was de aanstichter en absolute leider van de criminele organisatie. Uit het onderschepte berichtenverkeer blijkt duidelijk dat de gehele operatie voortvloeide uit zijn wens zich te wreken op tegenstanders in het criminele milieu. Daarbij werd zijn wens om hen te martelen expliciet uitgesproken. Voor zijn rol zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 jaar op zijn plaats zijn. Omdat hij echter recent in een andere zaak al is veroordeeld tot 15 jaar cel, legt de rechtbank hem in deze zaak de maximale straf op van 33 maanden onvoorwaardelijk.

De 40-jarige rechterhand van de hoofverdachte krijgt 8 jaar gevangenisstraf. Hij was onder meer verantwoordelijk voor het verzamelen van informatie over de beoogde slachtoffers. Zijn 34-jarige medeverdachte die belast was met het opsporen van de slachtoffers, krijgt eveneens 8 jaar. De 44-jarige man die leidinggaf aan de groep die zou zorgen voor de daadwerkelijke vrijheidsbeneming van beoogde slachtoffers krijgt voor zijn rol een gevangenisstraf van 9 jaar opgelegd. 

De 46-jarige man die onder meer de werkzaamheden in de loodsen aanstuurde krijgt eveneens 9 jaar gevangenisstraf. Een 41-jarige man die de loods in Wouwse Plantage beheerde en er een groot deel van de werkzaamheden uitvoerde, krijgt een straf van 6 jaar. Twee andere mannen (55 en 68 jaar) die de loodsen hebben verbouwd en ingericht moeten respectievelijk 4 en 3 jaar de cel in.

De personen die zich bezighielden met het regelen van de financiën worden voor hun aandeel eveneens veroordeeld: een 46-jarige man kreeg 4 jaar gevangenisstraf opgelegd en een beroeps- en bestuursverbod van 9 jaar. Zijn 37-jarige medeverdachte krijgt 1 jaar cel.

Een 38-jarige man wordt vrijgesproken. Hoewel het bewijsmateriaal veel vragen over zijn rol oproept, is niet komen vast te staan dat hij wist van het plan om de loodsen te gebruiken voor criminele doeleinden.

Voor meer informatie, bel de afdeling Voorlichting & Communicatie van de rechtbank Amsterdam, telefoonnummer: 088-3611440, of stuur een e-mail.