Transavia stelde dat de straatrace van de piloot, waarbij hij (verkeers-) veiligheidsnormen overtrad, onverenigbaar is met zijn functie als piloot. Een piloot is bij uitstek verantwoordelijk voor de veiligheid van anderen in de lucht en heeft op dat punt een voorbeeldfunctie. Ook heeft de piloot Transavia onjuist voorgelicht over zijn gedrag en neemt hij daar geen verantwoordelijkheid voor. Bovendien zijn de commerciële belangen in het geding, omdat de publieke verontwaardiging zich niet alleen op de piloot, maar ook op Transavia als werkgever richt. Tot slot voerde Transavia aan dat collega’s niet langer met de piloot willen vliegen.