De oudste dader, een man van 29, krijgt 4 jaar cel, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, opgelegd. Daarnaast wordt hem bij de voorwaardelijke straf een intensief traject opgelegd, met verplicht begeleid wonen en dagbesteding en het dragen van een enkelband om toe te zien op een opgelegd locatiegebod. Anders dan het Openbaar Ministerie, vindt de rechtbank dat tbs niet op zijn plaats is. Hoewel het gebruikte geweld schokkend is, is de rechtbank van oordeel dat de delicten in het juiste perspectief (vergeleken met andere straatroven) geplaatst moeten worden. Bovendien hebben de deskundigen de man volledig toerekeningsvatbaar verklaard.
In het geval van de 25-jarige dader komt de rechtbank tot de conclusie dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor tbs. Diverse onderzoeken bieden onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis die met tbs zou kunnen worden behandeld. De man wordt wel veroordeeld tot 5 jaar cel.