Laden...

Vragen aan Hoge Raad over mogelijk oneerlijk beding in huurovereenkomst

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Amsterdam > Nieuws > Vragen aan Hoge Raad over mogelijk oneerlijk beding in huurovereenkomst
Amsterdam, 25 april 2024

In de zaak van een Amsterdamse woningcorporatie tegen een huurder van een parkeerplaats stelt de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. In de huurovereenkomst staat een beding dat de huurder die zijn verplichtingen niet nakomt alle proceskosten moet betalen. Het is echter vaste rechtspraak dat een partij die ongelijk krijgt alleen in buitengewone omstandigheden de volledige proceskosten moet betalen. 

Normaal gesproken wordt een forfaitaire vergoeding, aan de hand van vaste bedragen, toegewezen. De kantonrechter heeft daarom het voornemen aan de Hoge Raad voor te leggen of genoemd beding oneerlijk is en zo ja, of dat betekent dat helemaal geen proceskosten meer kunnen worden toegewezen. 

Vragen aan de Hoge Raad

1. Moet een beding tussen een handelaar en een consument waarin is bepaald dat de consument die tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst alle gerechtelijke kosten moet betalen, worden aangemerkt als een oneerlijk beding in de zin van de Richtlijn?
2. Als het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt, heeft dit dan tot gevolg dat niet alleen het proceskostenbeding buiten toepassing moet worden gelaten, maar dat in het geheel geen proceskosten meer kunnen worden toegewezen?


Nadat partijen zich hebben uitgelaten, zal De Hoge Raad een beslissing nemen over deze vragen. Onbekend is wanneer dat zal gebeuren.

Meer informatie

Voor meer informatie kunt u een e-mail sturen naar de afdeling Communicatie van de rechtbank Amsterdam.

Uitspraken