De beloofde zakenreis speelt ook een rol in de andere reden dat de rechtbank het WOD-bewijs afwijst. De undercoveragent had de verdachte de reis in het vooruitzicht gesteld en gezegd dat daarbij goed geld te verdienen zou zijn. Bovendien was er gesproken over het financieren van een lang gekoesterde wens van de verdachte om in Cambodja een restaurant te openen. Met name dit laatste vooruitzicht speelde vanaf het begin een cruciale rol in de ontwikkeling van de vriendschap: de verdachte kampte met schulden en verslavingsproblemen en zag emigreren naar Cambodja als een manier om aan deze problemen te ontsnappen. De undercoveragenten boden hem deze uitweg.
Ondanks dat deze beloftes dus van groot belang waren voor het verloop van de operatie, stelt de rechtbank vast dat de gesprekken hierover slechts in summiere en algemene bewoordingen zijn opgenomen in het dossier. Dit terwijl er van de gesprekken waarin de verdachte zijn belastende verklaringen aflegde, audio-opnames en woordelijke verslagen bestaan.
Het ontbreken van deze informatie leidt de rechtbank uiteindelijk tot de conclusie dat zij niet volledig kan beoordelen of uitsluiten dat de verdachte door misleiding en/of beloftes van de undercoveragenten, dan wel als gevolg van zijn afhankelijkheidsrelatie tot de undercoveragenten, is beperkt in zijn verklaringsvrijheid. Om deze reden moeten alle bezwarende elementen uit het gehele WOD-traject van het bewijs worden uitgesloten.