De rechtbank gaat hierin niet mee en wijst het opheffingsverzoek af. De ernstige bezwaren die destijds tot de voorlopige hechtenis hebben geleid, zijn volgens de rechtbank nog steeds aanwezig. Het feit dat een andere rechtbank drie verdachten van de feitelijke uitvoering van liquidatie heeft vrijgesproken doet niets af aan de onderzoeksbevindingen in het dossier in deze strafzaak. Daarnaast kan de rechtbank op dit moment niet, zoals de advocaten van Holleeder betoogden, een finale beoordeling maken over de afgelegde getuigenverklaringen: een dergelijke diepgaande beoordeling kan pas aan de orde zijn bij eindvonnis.