De eerste zaak betrof een moeder met twee kinderen van 7 en 5 jaar, die na een jarenlang verblijf in het buitenland naar Nederland is teruggekeerd. Haar aanvraag om in aanmerking te komen voor opvang voor haarzelf en de kinderen en ondersteuning te krijgen bij het vinden van een vaste woning werd in 2021 afgewezen. Moeder en kinderen verblijven nu al lange tijd op verschillende plekken, waardoor het gezin niet meer samen woont.
In de tweede zaak gaat het om een vader van drie kinderen van 11, 8 en 7 jaar, die zijn kinderen uit Marokko mee naar Nederland heeft genomen om bij hem te komen wonen. Eenmaal in Nederland werd vader met de kinderen uit zijn woonruimte gezet. De vader heeft zich gemeld bij het Daklozenloket van de gemeente Den Haag, maar heeft aanvankelijk geen opvang gekregen. Later heeft de gemeente uit coulance een tijdelijke woning aangeboden voor vader en de kinderen, en later ook de moeder van de kinderen.