Laden...

NVWA heeft niet onrechtmatig gehandeld in fipronil-incident

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > NVWA heeft niet onrechtmatig gehandeld in fipronil-incident
Den Haag, 10 juli 2019

De Staat is niet aansprakelijk in een zaak die de Land en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en 124 individuele pluimveehouders hebben aangespannen over het gebruik van fipronil ter bestrijding van bloedluis in de pluimveesector. De rechtbank Den Haag is van oordeel dat er geen sprake is van falend toezicht of een waarschuwingsplicht door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Ook heeft de NVWA geen onrechtmatige uitlatingen gedaan.

Achtergrond

Fipronil is een pesticide dat onder andere wordt gebruikt bij de bestrijding van bloedluis in de pluimveesector. Bloedluis is een mijt die bloed uit kippen zuigt. Dit kan bij kippen leiden tot verminderde eierproductie en vatbaarheid voor ziekten. Fipronil is in Nederland niet toegestaan ter bestrijding van bloedluis in de pluimveesector. Een hoog gehalte fipronil in eieren en kippenvlees kan schadelijk zijn voor de volksgezondheid.

In 2016 en 2017 hebben ongeveer 250 pluimveehouders in Nederland de bedrijven Chickfriend en Chickclean ingeschakeld om hun stallen te laten reinigen ter bestrijding van bloedluis. Ook de eisende individuele pluimveehouders hebben dit gedaan. Chickfriend en Chickclean gebruikten vernevelingsapparatuur waarmee het middel DEGA-16 in lege stallen werd gespoten. Aan DEGA-16 was fipronil toegevoegd.

In het najaar van 2016 ontving de NVWA meldingen over het gebruik van fipronil in de pluimveesector door de bedrijven Chickfriend en Chickclean. Naar aanleiding van een verzoek van de Belgische autoriteiten heeft de NVWA in de zomer van 2017 onderzoek verricht bij Chickfriend en eieren getest op fipronil. Op basis van de resultaten zijn uit voorzorg pluimveehouderijen geblokkeerd, waarna de NVWA verder onderzoek deed. Zij heeft daarna op 30 juli 2017 een publiekswaarschuwing doen uitgaan. Daarin is vermeld dat de consumptie van eieren met een bepaalde code een acuut gevaar voor de volksgezondheid oplevert. Ook is ouders aangeraden om hun kinderen voorlopig geen eieren met bepaalde codes te laten eten.

Aanvankelijk werden 181 bedrijven geblokkeerd, later meer. Ook de bedrijven van de eisende pluimveehouders zijn geblokkeerd. Miljoenen eieren en kippen zijn vernietigd. Het incident heeft grote gevolgen voor de sector en pluimveehouderijen gehad. In oktober 2017 beliep de directe schade voor de gehele eierketen zo’n 65 tot 75 miljoen euro, waarvan ongeveer 35 tot 45 miljoen euro voor de leghennenhouders.

​Geen toezichtsfalen

De rechtbank verwerpt het verwijt van eisers dat de NVWA haar toezichthoudende taak niet goed heeft vervuld door pas in de zomer van 2017 actie te ondernemen en niet al in het najaar van 2016, toen zij de meldingen over het gebruik van fipronil had ontvangen. De NVWA hoefde niet eerder Chickfriend stil te leggen of andere handhavingsmaatregelen te treffen dan zij heeft gedaan. De rechtbank is van oordeel dat de NVWA vóór de publiekswaarschuwing in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat er géén acuut gevaar voor de volksgezondheid was. Daarbij mocht de NVWA mede afgaan op een voorlopig advies van het Bureau Risicobeoordeling dat gebaseerd was op de giftigheid van fipronil. De NVWA heeft toen bewust gekozen voor het strafrechtelijk handhavingstraject (in plaats van onmiddellijke stillegging van Chickfriend) omdat er een vermoeden van fraude was. Bestuurlijk toezicht kon de fraude niet blootleggen. De rechtbank acht die keuze passend en begrijpelijk op basis van de toen beschikbare informatie en het beleid van de NVWA. Bovendien zou verder onderzoek worden gedaan naar de schadelijke effecten van fipronil bij gebruik in de pluimveesector. Daarbij geldt dat de rechtbank terughoudend moet toetsen en de NVWA beleids- en beoordelingsvrijheid heeft. Het is voor de juridische toets van de rechtbank niet van belang of het achteraf bezien wenselijk zou zijn geweest of de NVWA anders zou hebben gehandeld. Ook rust op grond van Europese en nationale regelgeving de primaire verantwoordelijkheid voor de voedselveiligheid bij de pluimveehouders.

Geen waarschuwingsplicht

De rechtbank verwerpt ook het verwijt dat de NVWA de eisers in staat had moeten stellen hun eigen toezichthoudende taak uit te oefenen door hen te waarschuwen. Eisers hebben onvoldoende toegelicht wie in de sector waarvoor precies had moeten worden gewaarschuwd. Een algemene waarschuwing dat mogelijk fipronil in omloop was, zou ook het strafrechtelijk onderzoek in de weg hebben gezeten. Bovendien mag van de sector worden verwacht dat pluimveehouders controleren of de middelen die zij gebruiken zijn toegelaten in Nederland.

​Geen onrechtmatige uitlatingen

In Nieuwsuur is door de NVWA gezegd: “Als iemand zegt: nou ik kan leven zonder een ei te eten tot zondag, zou ik het aanraden.” Die uitlating acht de rechtbank ongelukkig, maar niet onrechtmatig. Er was immers reden tot zorg gelet op de bemonstering en de uitslagen die nog moesten komen.

Uitspraken