Uitingen van bewindslieden in de media en in het publieke domein zijn wel onderworpen aan rechterlijke controle. De filmproducenten wezen op een aantal voor 10 april 2014 gedane uitingen waaruit bleek dat downloaden uit illegale bron was toegestaan. De rechtbank acht deze uitingen onrechtmatig vanwege specifieke omstandigheden van het geval dat het bij herhaling gedane uitlatingen van de verantwoordelijk bewindspersoon zijn, die een niet voor misverstand vatbare boodschap bevatten, die in strijd is met het Europees recht. Als daarnaar wordt gehandeld, wordt inbreuk gemaakt op de auteursrechten van de rechthebbende filmproducenten. Daarom zijn deze uitlatingen onrechtmatig tegenover deze filmproducenten.