De rechtbank vindt het zaak om op zorgvuldige wijze een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de omstandigheden waaronder de Nederlandse zogenoemde Red Card Holder, die beslist of het bombardement doorgang mag vinden, tot de uitvoering van het bombardement heeft besloten. Daarom beveelt zij de Staat dan ook een nadere toelichting te geven en een aantal stukken aan te leveren.
Bij de beoordeling van deze zaak acht de rechtbank twee kwesties van bijzonder belang. In de eerste plaats de kwestie of het risico van de explosie met ingrijpende gevolgen kon worden voorzien.
De Staat moet nader concretiseren op welke eerdere ervaringen met bombardementen op wapenfabrieken hij doelt. De tweede kwestie die van belang is, draait om de vraag wat bij de Red Card Holder bekend was over de directe omgeving van de fabriek, met name de vraag of daar burgers verbleven. Ook daarover moet de Staat een nadere toelichting geven.
De rechtbank beveelt de Staat verder enkele documenten aan te leveren, onder meer het dossier waarop de Red Card Holder zijn beslissing voor het bombardement voornamelijk heeft gebaseerd. Namens de Staat is een beroep gedaan op geheimhouding hiervan. Er moet dan ook eerst een rechterlijke beoordeling plaatsvinden of dat beroep terecht is en of dat voor de gehele inhoud van die stukken opgaat. Die beoordeling zal door een andere kamer van deze rechtbank worden uitgevoerd. Wanneer dat precies zal gebeuren, is nog niet bekend.