Laden...

Universiteit Leiden heeft in sollicitatieprocedure onrechtmatig gehandeld

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Universiteit Leiden heeft in sollicitatieprocedure onrechtmatig gehandeld
Den Haag, 19 juni 2019

De rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat Universiteit Leiden in een sollicitatieprocedure onrechtmatig heeft gehandeld tegenover een sollicitant. Tijdens de procedure voor de benoeming van een hoogleraar Engelse taalkunde heeft een lid van de benoemingsadviescommissie buiten de sollicitant om en zonder zijn toestemming informatie over hem verzameld. De verkregen informatie is met toestemming van de voorzitter ook gebruikt door (leden van) de benoemingsadviescommissie zonder dit met de sollicitant te bespreken of aan hem mee te delen. Dit is in strijd met de sollicitatiecode waaraan de universiteit zich uitdrukkelijk heeft gebonden.

Achtergrond

Een lid van de beoordelingscommissie bracht zelfstandig vier academici op de hoogte van de sollicitatie en vroeg om een vertrouwelijke referentie  zonder de sollicitant én de benoemingsadviescommissie daarin te kennen. Deze personen waren niet als referent opgegeven. De verkregen informatie is tijdens de procedure niet met de sollicitant gedeeld. Ook is de kandidaat niet verteld hoe het lid van de beoordelingsadviescommissie nader onderzoek naar hem had verricht. De sollicitant kreeg toen, en ook in later stadium, geen mogelijkheid  op de buiten hem om verkregen informatie te reageren. Dat handelen acht de rechtbank onzorgvuldig waarmee de universiteit de NVP-sollicitatiecode met voeten heeft getreden. Toen het college van bestuur op de hoogte kwam van de ongeregeldheden heeft zij de benoemingsadviescommissie ontbonden, een geheel nieuwe commissie samengesteld en de sollicitant ten minste tweemaal uitgenodigd opnieuw te solliciteren. De sollicitant, eiser in deze zaak, heeft er zelf voor gekozen dat niet te doen.

Schade

De rechtbank vindt het aannemelijk dat door dit handelen schade is veroorzaakt bij de sollicitant. In ieder geval valt te denken aan de schade die eiser heeft geleden om boven water te krijgen dat, en op welke wijze Universiteit Leiden onzorgvuldig heeft gehandeld tegenover hem. De rechtbank veroordeelt de universiteit dan ook om de schade te vergoeden die eiser als gevolg van het onrechtmatig handelen heeft geleden.

Reputatieschade

Volgens de rechtbank zijn er onvoldoende aanknopingspunten om te stellen dat Universiteit Leiden door haar handelen de reputatie van eiser heeft beschadigd of niet heeft geprobeerd de schade te beperken. Eiser koos er zelf voor om een persbericht te verspreiden en interviews te geven over zijn sollicitatie-ervaring. Universiteit Leiden heeft er daarentegen bewust voor gekozen om zo weinig mogelijk ruchtbaarheid te geven aan de gang van zaken. Voor zover moet worden aangenomen dat de gang van zaken rondom en tijdens de sollicitatieprocedure van betekenis is (geweest) voor de reputatie van eiser, komen de gevolgen daarvan voor zijn rekening.

Geen persoonlijke aansprakelijkheid

De sollicitant heeft in deze procedure tevens het commissielid dat navraag had gedaan, de voorzitter van de benoemingsadviescommissie en de rector magnificus en voorzitter van het college van bestuur persoonlijk aansprakelijk gesteld. Die vorderingen zijn afgewezen. Het handelen is toe te rekenen aan Universiteit Leiden en deze personen hebben tegenover de sollicitant geen persoonlijk in acht te nemen zorgvuldigheidsnorm geschonden. Ook voor andere verwijten van de sollicitant bestaat geen grond.

Uitspraken