Laden...

Veroordelingen na poging om explosief bij woning Alphen aan den Rijn te laten ontploffen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Veroordelingen na poging om explosief bij woning Alphen aan den Rijn te laten ontploffen
Den Haag, 04 juli 2025

De rechtbank Den Haag heeft drie jongens (destijds 16, 17 en 18 jaar oud) veroordeeld voor hun aandeel in een poging om een explosief bij een woning in Alphen aan den Rijn te laten ontploffen. Dat gebeurde op 10 oktober 2024. De 18-jarige jongen gaf de 16- en 17-jarige jongens de opdracht om het explosief te laten ontploffen, maar dat mislukte. Een vierde verdachte (destijds 17 jaar oud) is vrijgesproken. 

De 18-jarige verdachte heeft een celstraf gekregen van 270 dagen waarvan 70 dagen voorwaardelijk. De 17-jarige verdachte heeft jeugddetentie opgelegd gekregen van 120 dagen waarvan 49 dagen voorwaardelijk en een werkstraf van 40 uur. De 16-jarige verdachte heeft jeugddetentie opgelegd gekregen van 120 dagen, waarvan 23 dagen voorwaardelijk, en ook een werkstraf van 40 uur. 

Explosief

Op camerabeelden van de woning van de bewuste avond is te zien dat de 16- en 17-jarige verdachten in de buurt van de voordeur zijn geweest. De 17-jarige jongen legde iets neer en rende weg. De 16-jarige jongen maakte daarop een beweging alsof hij aan een touw trok. Toen er niks gebeurde, liep de 16-jarige jongen opnieuw naar de voordeur, leek iets op te rapen en rende vervolgens weg. Later op avond zijn beide verdachten door de politie aangehouden. In de rugzak van de 16-jarige werd een explosief en wit elektriciteitsdraad aangetroffen, en in zijn broekzak een batterij.

Uit telefoongegevens is gebleken dat de 17-jarige verdachte in een groepsgesprek op Snapchat contact onderhield met de 18-jarige verdachte. De 18-jarige verdachte stuurde de twee medeverdachten op pad met het explosief, gaf hen instructies over hoe en waar zij het explosief moesten plaatsen en spoorde hen aan om snel te handelen. Ook heeft hij, toen het explosief niet tot ontploffing kwam, gedreigd met consequenties. Iets later droeg hij hen op om de opdracht die zij kregen af te breken.

Uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt dat dit explosief  met ruim 500 gram flitspoeder een krachtige drukgolf had kunnen veroorzaken waardoor een voordeur of raam fragmenteert en projectielen de woning in worden gedrukt. Als die een persoon raken kan dit dodelijk zijn of zwaar lichamelijk letsel veroorzaken. Ook kan door het geluid blijvende gehoorschade ontstaan.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de drie verdachten zich gezamenlijk schuldig hebben gemaakt aan een poging om een explosief te laten ontploffen. De 16- en 17-jarige verdachten waren daadwerkelijk aanwezig om het explosief neer te leggen in opdracht van de 18-jarige verdachte. Dit duidt op nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten. De rechtbank rekent het de 18-jarige verdachte zwaar aan dat hij, om het risico voor hemzelf te beperken op aanhouding op heterdaad en het oplopen van letsel, twee minderjarigen heeft ingezet om met gevaar voor hun leven op pad te gaan met een explosief. Volgens de rechtbank is het plegen van aanslagen met explosieven een groot en toenemend probleem dat leidt tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, en in het bijzonder voor bewoners van de woning waar een explosief wordt neergelegd.

In het geval van de 16- en 17-jarige verdachten geldt het jeugdstrafrecht. Dat heeft een pedagogisch karakter en is sterk gericht op het voorkomen van herhaling. De rechtbank vindt een deels voorwaardelijke jeugddetentie van 120 dagen passend.. In het geval van de 16-jarige jongen verbindt de rechtbank daar diverse bijzondere voorwaarden aan. Zo mag hij geen contact hebben met de medeverdachten en moet hij zich laten behandelen. Beide verdachten krijgen daarnaast een werkstraf van 40 uur.

Bij de 18-jarige verdachte kiest de rechtbank niet voor toepassen van het jeugdstrafrecht. Hij wordt ook veroordeeld voor witwassen. Bij een doorzoeking op zijn kamer heeft de politie in het systeemplafond een plastic tas met daarin twee bundels van bankbiljetten waaronder ook biljetten van 100 en 200 euro aangetroffen. Hij kon geen aannemelijke verklaring geven over de herkomst van het geld. De verdachte wordt veroordeeld tot een celstraf van 270 dagen waarvan 70 dagen voorwaardelijk. Ook hij krijgt bijzondere voorwaarden opgelegd, zoals begeleiding door de reclassering en een contactverbod met de medeverdachten. 

Vrijspraak vierde verdachte

Een vierde verdachte, een toen 17-jarige jongen, kreeg de opdracht om de 16- en 17-jarige verdachten te begeleiden en heeft dit ook gedaan door de twee via Snapchat in een groepsgesprek berichten van zijn opdrachtgever door te geven. Hij zat zelf op dat moment op Curaçao. Niet is gebleken dat hij betrokken was bij het maken van het plan of bij de voorbereiding ervan. De rol van de verdachte is naar het oordeel van de rechtbank beperkt gebleven tot die van medeplichtige. Omdat dit door het Openbaar Ministerie niet ten laste is gelegd, kan hij hiervoor niet worden veroordeeld en dus spreekt de rechtbank hem vrij.

Uitspraken