Sommige vreemdelingen die een asielaanvraag indienen in Nederland hebben al een asielstatus in een andere lidstaat gekregen. Als hoofdregel kan de IND in die situatie afzien van een inhoudelijk beoordeling en de asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaren. De bestuursrechter oordeelt dat wanneer de IND dat niet kan doen en de asielaanvraag dus inhoudelijk beoordeelt, de IND niet verplicht is de eerder in een andere lidstaat, in dit geval Griekenland, verleende asielstatus automatisch over te nemen. De bestuursrechter oordeelt ook dat de IND in die situatie wel bij zijn onderzoek rekening moet houden met deze eerder in de andere lidstaat gevoerde asielprocedure. Dat betekent dat de IND zich actief moet opstellen om duidelijkheid te krijgen over de eerder gevoerde asielprocedure en de reden van de inwilliging. Dat heeft de IND in deze zaak onvoldoende gedaan. Daarom is het beroep gegrond.