In deze zaak spelen 2 trajecten een rol: de vordering tenuitvoerlegging van de eerder aan de man opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar en daarnaast een rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd).
Eind 2018 legde de rechtbank de man een gevangenisstraf van 4 jaar op, waarvan 2 jaar voorwaardelijk, voor poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. De man moest zich aan verschillende voorwaarden houden, waaronder behandeling in een instelling. Meerdere behandelpogingen mislukten echter.
Sinds het mislukken van de laatste behandelpoging in 2022 zat de man voorlopig vast in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) in afwachting van een alternatieve oplossing. De rechtbank was sindsdien bezig met het vinden van die oplossing.
De voorwaardelijke straf van 2 jaar zou er begin april 2024 op zitten. De man zou dan dus onbehandeld en zonder vangnet op straat komen, terwijl hij vanwege zijn beperking een gevaar is voor zichzelf en voor anderen. De man is niet goed in staat om zijn emoties te reguleren, met suïcidaal of agressief gedrag tot gevolg. Zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat anderen schade of letsel wordt toegebracht. De rechtbank schat het risico daarop in deze zaak hoog in. Op het strafblad van de man staan meerdere geweldsdelicten. De man is blijvend aangewezen op zorg en begeleiding; een verblijf binnen een Wzd-accommodatie is noodzakelijk om schade of letsel te voorkomen.