Tot het begin van de negentiende eeuw werden ernstige misdrijven bestraft met onthoofden, ophangen, verbranden, wurgen, radbraken of andere drastische methoden om naar het hiernamaals af te reizen. Lichtere misdrijven werden bestraft met lichte straffen als tepronkstelling, geseling, brandmerken en verbanning voor een bepaalde tijd of voor eeuwig.
Gearresteerden werden in de Middeleeuwen, in afwachting van hun berechting, opgesloten in één van de stadspoorten. Vanaf de zestiende eeuw gebeurde dit in de kelders van de Lanscroon en later in de kelders van het Dinghuis en van het Stadhuis op de Markt.