De rechtbank oordeelt dat met die brief Zilveren Kruis de ‘onvoorwaardelijke en ondubbelzinnige’ toezegging deed dat de betrokken personen zelf geen geld terug hoeven te betalen, ongeacht de vraag of zij toestemming geven dat Zilveren Kruis de vordering op Fundament mag overnemen. Wanneer de betrokkenen geen geld terug hoeven te betalen, lijden zij geen schade door toedoen van Fundament en kan het zorgkantoor dus ook geen schade namens die betrokkenen op Fundament verhalen. Ook is niet gebleken dat Zilveren Kruis als gevolg van de handelwijze van Fundament zelf schade heeft geleden die zij rechtstreeks op Fundament zou kunnen verhalen. Zilveren Kruis betaalde dit PGB-geld niet uit het eigen vermogen, maar kreeg dit als subsidie van de overheid. En niet is gebleken dat Zilveren Kruis als gevolg van de gestelde fraude de subsidie aan de overheid moet terugbetalen. Er is dus geen schade voor het zorgkantoor. Daarom wordt de vordering van Zilveren Kruis in de civiele procedure – het terugbetalen van 3.444.201,- euro – afgewezen.