De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het ongeval aanmerkelijk verwijtbaar onvoorzichtig heeft gereden. Wel staat vast dat de vrouw een waarnemingsfout maakte waardoor ze gevaar op de weg veroorzaakte. Ze heeft het slachtoffer namelijk niet gezien toen hij de kruising naderde, terwijl hij voor haar goed zichtbaar moet zijn geweest. Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de vrouw. Ze is mantelzorger voor een familielid en heeft hiervoor haar auto nodig. Vanwege deze omstandigheden, de leeftijd van verdachte en het niet hebben van een strafblad, acht de rechtbank een taakstraf, zoals de officier van justitie eiste, niet op zijn plaats. In plaats daarvan veroordeelt de rechtbank de vrouw tot een geldboete van €1.000,- en een voorwaardelijk rijontzegging van twee maanden.
Bekijk ook de themapagina verkeersmisdrijven.