Van de verdachte mocht worden verwacht dat hij in deze situatie zijn rijgedrag afstemde op de omstandigheden. Het was namelijk donker, het regende, en de verdachte reed in een zware voertuigcombinatie, namelijk in een bestelbus met een zwaar beladen aanhangwagen. Daarnaast naderde hij een voetgangersoversteekplaats waarbij eventuele voetgangers of fietsers slecht zichtbaar zijn. De verdachte was goed bekend met deze verkeerssituatie. Desondanks heeft hij zijn rijgedrag niet aangepast op deze omstandigheden. In plaats van dat hij zijn snelheid minderde, is uit onderzoek gebleken dat hij zijn snelheid juist verhoogde. De verdachte reed namelijk op de oversteekplaats af met een snelheid van tussen de 54 en 66 kilometer per uur, waarbij hij de maximumsnelheid van 50 kilometer per uur overschreed. Hoewel de verdachte wel remde, is uit het onderzoek van de politie gebleken dat verdachte geen noodremming heeft uitgevoerd. Als de verdachte zich wél had gehouden aan de maximumsnelheid en hij maximaal zou hebben geremd, zou de bestelbus volgens de berekeningen van de politie nabij de plek waar hij op het slachtoffer botste tot stilstand zijn gekomen. In dat geval was het zeer waarschijnlijk geweest dat sprake zou zijn van minder groot letsel bij het slachtoffer.