Volgens de officier van justitie is in deze zaak sprake van ernstige schuld en hij eiste daarom een gevangenisstraf van een half jaar en een rijontzegging van twee jaar. Maar de rechtbank oordeelt dat er meer nodig is om tot ernstige schuld te komen. Het gaat dan vaak om verkeersovertredingen die bewuster zijn begaan. Denk aan het inhalen op een gevaarlijke plek, door rood rijden of (veel) te hard rijden. Het kan ook gaan om intensief en/of handmatig telefoongebruik, zoals het versturen van berichten tijdens het rijden. Maar in deze zaak kan niet vastgesteld worden dat verdachte op zo’n manier met zijn telefoon bezig was. Zijn telefoon zat in een houder en er kan niet bewezen worden dat hij handmatig iets met zijn telefoon deed. Wel is de rechtbank van oordeel dat de man onvoldoende zijn aandacht op de weg heeft gehouden, waardoor hij op de verkeerde weghelft terecht is gekomen. Daarmee is sprake van aanmerkelijke onvoorzichtigheid. De rechtbank weegt daarbij mee dat het om een provinciale weg gaat, met een dubbele doorgetrokken streep, waar 80 kilometer per uur gereden mag worden. Dat vraagt om extra voorzichtigheid. De rechtbank veroordeelt de man tot de maximale taakstraf van 240 uur en een rijontzegging van één jaar.