De rechtbank wijst het verzoek van de vrijwilligers af. De rechtbank heeft er oog voor dat de beheerder zich een groot aantal jaren heeft ingespannen en zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor de Ruïne. Maar het bestuur heeft de leiding binnen de stichting. Het bestuur mag van een beheerder verwachten dat deze zijn werkzaamheden verricht binnen de door het bestuur uitgezette kaders. Na een reeks van pogingen om de beheerder te bewegen zich daar meer naar te richten, was voor het bestuur de maat vol. Het besluit van het bestuur om de opdracht aan de beheerder te beëindigen, kan volgens de rechter dan ook niet leiden tot de conclusie dat het bestuur zijn taak heeft verwaarloosd.
Van financieel wanbeleid is volgens de rechtbank evenmin sprake. Het bestuur wil niet meegaan in de wens van de beheerder om de toegangsprijzen te verhogen. De rechtbank vindt dat dit niet getuigt van financieel wanbeleid, maar van respect voor de eigen statutaire doelstelling om de Ruïne openbaar toegankelijk en aantrekkelijk te houden voor zoveel mogelijk mensen.
Ook levert het massaal wegblijven van vrijwilligers geen ‘ingrijpende wijziging van omstandigheden’ op, zoals de vrijwilligers hadden gesteld. De vrijwilligers beroepen zich daarmee volgens de rechtbank op consequenties van het handelen van het bestuur die zij zélf in het leven hebben geroepen. Overigens is niet gezegd dat bij de voortvarende aanstelling van een nieuwe beheerder en de nodige inspanningen om nieuwe vrijwilligers te werven, sprake is van een continuïteitsrisico dat ook ná het komende seizoen nog sporen nalaat, oordeelt de rechtbank.