Laden...

Bewoners sociale huurwoning hoeven niet in één keer 800 euro aan corporatie te betalen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Bewoners sociale huurwoning hoeven niet in één keer 800 euro aan corporatie te betalen
Alkmaar, 08 juli 2021

Twee bewoners van een woning van wooncorporatie Wooncompagnie in Middenmeer, hoeven niet in één keer ongeveer 800 euro aan de wooncorporatie te betalen. Ze kunnen dat met een maandelijkse aflossing van 35 euro blijven doen. Dat heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland bepaald.

Betalingsregeling

De bewoners huren sinds juli 2019 een woning van de wooncorporatie. Toen ze de woning betrokken, hebben ze de corporatie werkzaamheden laten uitvoeren aan het huis en de tuin voor ongeveer 1600 euro. De bewoners hebben de helft nog niet betaald. Er werd een betalingsregeling getroffen: er zou 35 euro per maand afgelost worden.

Vier maanden later stelde de corporatie dat die regeling moest worden herzien. Zonder naar de specifieke financiële situatie van de bewoners te vragen, maar gebaseerd op eigen ervaringen van de corporatie, schatte Wooncompagnie in dat de bewoners meer zouden kunnen aflossen dan die 35 euro. De corporatie vroeg de bewoners met een nieuw voorstel te komen. De oude betalingsregeling kwam daarmee te vervallen.

Er werd een nieuwe regeling getroffen, die uiteindelijk opnieuw inhield dat de bewoners 35 euro per maand moesten betalen. De bewoners zelf gaven aan dat het voor hen niet goed mogelijk is om dit voor de eerste van de maand over te maken, maar die eis bleef staan. Omdat de bewoners het bedrag eenmaal niet op tijd betaalden, stapte de wooncorporatie naar de rechter en vordert in één keer 801 euro.

Oordeel rechtbank

De kantonrechter oordeelt allereerst dat de dagvaarding en aanmaningsbrieven onduidelijk zijn. Bovendien blijkt dat de bewoners altijd tijdig hun huur betaalden en de regelmatige aflossingen. Er is daarom geen sprake van niet willen betalen, maar niet kunnen betalen. Volgens de rechter is het niet duidelijk geworden waarom Wooncompagnie de lopende betalingsregeling wilde openbreken. Het argument dat de regeling op deze manier lang zal lopen is niet voldoende. Als Wooncompagnie dat zo belangrijk vond, had ze de betalingsregeling direct al niet moeten aangaan.

De kantonrechter oordeelt dat de corporatie onzorgvuldig was doordat ze stelde dat de regeling moest worden herzien. Daarmee suggereerde de corporatie dat de bewoners verplicht waren een hoger maandbedrag te gaan aflossen. De corporatie mocht in alle redelijkheid de betalingsregeling niet laten vervallen, zeker niet gezien de kosten van de procedure bij de rechtbank die er dan nog bij zouden komen voor de bewoners. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat de regeling is blijven doorlopen waardoor de corporatie nu geen betaling ineens kan eisen.

Uitspraken