De jongen deed een beroep op noodweer omdat hij werd aangevallen door het slachtoffer en nog een derde jongen. De rechtbank verwierp dat beroep omdat de manier waarop hij zichzelf meende te moeten verdedigen (het steken met een mes) niet in verhouding stond tot de manier waarop hij werd aangevallen (zijn aanvallers waren niet gewapend).
Ook het beroep op noodweerexces is door de rechtbank verworpen, omdat niet is gebleken dat hij zodanig in paniek verkeerde of angstig was dat hem het steken niet kwalijk genomen kan worden.