Laden...

Staat mag beslagen handhaven onder bestuurder mondkapjesbedrijf

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Staat mag beslagen handhaven onder bestuurder mondkapjesbedrijf
Alkmaar, 17 april 2024

De rechtbank Noord-Holland geeft de Staat gelijk in een kort geding van een bestuurder van O2 Health. Dit bedrijf had tijdens de coronapandemie ondeugdelijke mondkapjes geleverd aan de Staat. De bestuurder wilde het beslag dat de Staat op zijn vermogen en zijn huis had gelegd laten opheffen, maar de voorzieningenrechter wijst dit af. 

Miljoenen mondkapjes

In maart 2020 heeft de Staat miljoenen mondmaskers gekocht van het bedrijf O2 Health. Het bedrijf leverde echter te weinig mondkapjes en ook de kwaliteit was niet volgens afspraak. De rechtbank Noord-Holland heeft in een eerdere zaak O2 Health dan ook veroordeeld tot het terugbetalen van ruim 43 miljoen euro aan de Staat. Maar O2 Health betaalt niets terug. Daarom heeft de Staat de bestuurder van O2 Health persoonlijk aansprakelijk gesteld en beslag gelegd op zijn vermogen en zijn huis. In een vonnis van 28 februari 2024 heeft de rechtbank Noord-Holland de vordering van de Staat op de bestuurder tot betaling van ruim 44 miljoen euro afgewezen, omdat niet goed was toegelicht waarom de bestuurder persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van O2 Health. Daar wil de Staat hoger beroep tegen instellen.

Ondanks de afwijzing van de bestuurdersaansprakelijkheid wil de Staat het beslag op het privévermogen en huis van de bestuurder handhaven. In het kort geding vraagt de bestuurder om opheffing van die beslagen. Het gaat volgens hem veel te ver om ter verzekering van een nog niet definitieve vordering beslag te leggen op zijn volledige (privé)vermogen. De impact van de beslagen op zijn persoonlijke leven en dat van zijn gezin is namelijk enorm.

De Staat zegt over nieuwe informatie te beschikken waaruit blijkt dat de bestuurder niet wil betalen. Uit die informatie blijkt dat hij bewust in de bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure een incompleet beeld heeft gegeven over de besteding van het door de Staat betaalde voorschot. Zo heeft de bestuurder voor miljoenen leningen gegeven aan dochterondernemingen, nieuwe rechtspersonen opgericht en aandelenbelangen overgedragen aan die nieuwe rechtspersonen. Als de beslagen worden opgeheven, vreest de Staat dat er vermogen buiten het bereik van de Staat wordt gebracht. 

Overwegingen en beslissing van de voorzieningenrechter

Volgens O2 Health is het ontvangen voorschot van 45 miljoen euro volledig besteed aan de inkoop van mondmaskers en clips, aan kosten voor transport, opslag, testen en juridische bijstand en aan de Belastingdienst. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter plaatst de Staat hier terecht vraagtekens bij. Het bestedingsoverzicht en de onderliggende bankafschriften van O2 Health vragen om een nadere uitleg. 

Ook de door O2 Health in 2021 verstrekte geldlening roept vragen op, omdat daarmee geld van O2 Health op afstand is gezet en er in die tijd al sprake was van een langlopend geschil tussen partijen over de geleverde mondmaskers. De bestuurder heeft over deze vragen geen duidelijkheid verschaft, terwijl die informatie wel van belang kan zijn bij de beantwoording van de vraag of het onverhaalbaar blijven van de vordering van de Staat op O2 Health (ten dele) is veroorzaakt door betalingsonwil van de bestuurder.

De Staat heeft belang bij het voortduren van de beslagen, gelet ook op de omvang van zijn vordering en het aangekondigde hoger beroep. De Staat heeft gemotiveerd aangevoerd dat de vrees bestaat dat vermogensbestanddelen bij opheffing van de beslagen zullen verdwijnen, in het bijzonder de banksaldi.

Afweging van de wederzijdse belangen van partijen, waarbij het vonnis van 28 februari 2024 en de nieuw beschikbare informatie zijn betrokken, brengt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het belang van de Staat bij handhaving van de beslagen zwaarder moet wegen dan het belang van de bestuurder bij de opheffing daarvan.

Uitspraken