Hoewel de onderzoeksmogelijkheden bij een voorlopige voorziening beperkt zijn, betwijfelt de voorzieningenrechter of de eigenaar alle overtredingen heeft begaan die de gemeente in de handhavingsbesluiten noemt. De voorzieningenrechter weegt het belang van de eigenaar bij onmiddellijk verder bouwen en gebruiken van het pand af tegen het belang van de gemeente om te zorgen dat het pand uiteindelijk volgens de regels wordt verbouwd en gebruikt.
De handhavingsbesluiten van de gemeente zijn kennelijk ingegeven door politieke druk van de buurt op de burgemeester om op te treden tegen het gebruik van het pand voor bewoning door zorgbehoevende personen. Dit terwijl de gemeente in het handhavingsbesluit niet zegt dat dat in strijd is met het omgevingsplan. Anderzijds weegt de voorzieningenrechter mee dat de eigenaar wel verwarring heeft gezaaid door een bouwplan in te dienen voor een hotel, maar het pand te gebruiken voor bewoning met zorg.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de eigenaar over 2 weken verder mag gaan met de bouwwerkzaamheden. De eigenaar moet voor het hervatten van de werkzaamheden wel de noodzakelijke stukken bij de gemeente aanleveren en laten goedkeuren, om te laten zien dat hij aan de bouweisen voldoet die in de omgevingsvergunning staan. De eigenaar mag het pand nog niet gaan gebruiken. Daarvoor moet de gemeente na afronding van de bouw eerst controleren of het pand voldoet aan de voorschriften voor brand- en constructieveiligheid.