Laden...

Verdachten (16 en 17) veroordeeld na steekincident bij afspraak autoverkoop

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Noord-Holland > Nieuws > Verdachten (16 en 17) veroordeeld na steekincident bij afspraak autoverkoop
Haarlem, 11 november 2021

De rechtbank Noord-Holland heeft twee verdachten (destijds 16 en 17 jaar oud) veroordeeld nadat ze tijdens een afspraak om een auto te kopen een man hebben neergestoken. Daarna reden ze met diens kostbare auto weg. Dit gebeurde op 15 oktober 2020 in Amsterdam. Het slachtoffer raakte zwaargewond en heeft het steekincident maar ternauwernood overleefd.

De 16-jarige verdachte uit Haarlem heeft jeugddetentie van 282 dagen opgelegd gekregen en een voorwaardelijke PIJ-maatregel (jeugd-tbs). Daarnaast krijgt hij een werkstraf van 120 uur omdat hij in de fout is gegaan tijdens de proeftijd van een eerdere veroordeling. De 17-jarige verdachte uit Haarlem heeft jeugddetentie van 105 dagen opgelegd gekregen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een werkstraf van 100 uur. Samen moeten ze een schadevergoeding van ongeveer 81.000 euro aan het slachtoffer betalen.

Autoverkoop

In oktober vorig jaar had het slachtoffer zijn kostbare auto via een advertentie op Marktplaats te koop aangeboden. De verdachten reageerden daarop. Zij waren van plan om de dure auto te stelen. De verdachten en het slachtoffer hadden op meerdere dagen op verschillende momenten contact met elkaar en spraken af om elkaar te ontmoeten. De locatie van de afspraak werd op het laatste moment gewijzigd naar een straat op loopafstand van station Amsterdam Sloterdijk omdat de verdachten de verkeerde trein hadden gepakt.

Eenmaal aangekomen op de afspraak, maakten de verdachten met het slachtoffer een proefrit in de auto. Daarna stelde het slachtoffer voor om de achterbak te laten zien. De verdachten en het slachtoffer stapten uit en het slachtoffer liep vanaf de voorkant van de auto richting de kofferbak. Op dat moment stak een van de verdachten het slachtoffer in zijn rug. Het slachtoffer zag dit geweld absoluut niet aankomen en kon zich hier niet tegen verweren. De verdachten zijn vervolgens met de auto weggereden en hebben het slachtoffer aan zijn lot overgelaten. Later wezen de verdachten elkaar aan als degene die het slachtoffer zou hebben gestoken.

Het slachtoffer heeft door de messteek zeer ernstig letsel opgelopen. Dat hij het ternauwernood heeft overleefd komt volgens een arts voornamelijk doordat hij op dat moment een bovengemiddeld goede conditie had. Het slachtoffer moet als gevolg van de messteek de rest van zijn leven met één nier leven, zijn alvleesklier is geraakt en hij heeft een groot ontsierend litteken op zijn lichaam. Hij heeft een jaar lang niet kunnen werken. Ook op zijn jonge gezin heeft deze gebeurtenis grote impact gehad.

Oordeel rechtbank

De rechtbank vindt bewezen dat de 16-jarige verdachte degene is geweest die het slachtoffer heeft gestoken, mede doordat hij zijn verklaringen telkens aanpaste nadat hij werd geconfronteerd met onderzoeksbevindingen waaruit bleek dat zijn eerdere verklaring niet kon kloppen. Tijdens de zitting paste hij zijn verklaring opnieuw aan. De verklaringen van de 17-jarige verdachte over onder meer het toegepaste geweld zijn daarentegen consistent geweest, ook toen die nog geen kennis had van het dossier.

Volgens de rechtbank hadden de verdachten enkel oog voor hun eigen financiële gewin. Ze hadden op verschillende momenten de gelegenheid om af te zien van hun plan om een dure auto te stelen, bijvoorbeeld toen bleek dat ze in de verkeerde trein zaten en de locatie van de afspraak op het laatste moment wijzigden. Maar in plaats van zich te bedenken besloten ze hun plan door te zetten.

Strafmaat

Deskundigen hebben vastgesteld dat bij de 16-jarige verdachte sprake is van verschillende stoornissen. Ze hebben geadviseerd een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen. De rechtbank neemt dat advies niet over en legt aan verdachte, naast de 282 dagen jeugddetentie, een voorwaardelijke PIJ-maatregel op. Dit is in lijn met de eis van de officier van justitie en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Dit behandelkader is naar het oordeel van de rechtbank het meest passend, kijkend naar de problematiek bij verdachte. Aan de voorwaardelijke PIJ-maatregel wordt een proeftijd van twee jaar gekoppeld. Hij moet zich houden aan verschillende voorwaarden: de verdachte verblijft en wordt behandeld in een instelling voor mensen met complexe problematiek, mag geen contact hebben met zowel de medeverdachte als het slachtoffer en mag gedurende een periode van zes maanden niet in Haarlem en Amsterdam zijn. Omdat hij nog in de proeftijd van een eerdere veroordeling liep, krijgt hij ook een werkstraf opgelegd.

De 17-jarige verdachte is niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit. De kans op herhaling wordt als laag ingeschat. De rechtbank weegt in zijn voordeel mee dat hij bij de politie en tijdens de zitting grotendeels openheid van zaken heeft gegeven. Hij krijgt een jeugddetentie van 105 dagen opgelegd waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daaraan zitten verschillende voorwaarden verbonden. Zo moet de verdachte meewerken aan een behandeling en aan begeleiding door een coach en mag hij geen contact hebben met de medeverdachte en het slachtoffer. Daarnaast moet hij een werkstraf van 100 uren verrichten.

De twee verdachten worden daarnaast veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van ruim 81.000 euro. Hiervan is ruim 66.000 euro materiële schade en 15.000 euro immateriële schade.

Uitspraken