Op 15 februari 2024 is de 46-jarige verdachte, na aanbellen, de woning van het slachtoffer binnengedrongen. De verdachte ging ervan uit dat hij een dag eerder met het slachtoffer via een chatgesprek een afspraak had gemaakt om een verkrachtingsfantasie uit te voeren. Zonder goed te checken of de bewoonster degene was met wie hij het chatgesprek had gevoerd, heeft hij tijdens een minutenlange worsteling geweld tegen haar gebruikt en haar belet haar woning te ontvluchten. Door haar verzet is het niet tot seksueel binnendringen van haar lichaam gekomen. Op een gegeven moment kon zij loskomen uit de greep van de verdachte en haar woning ontvluchten.

Weken na de poging tot verkrachting bleek dat de 58-jarige buurman van het slachtoffer zich online had voorgedaan als zijn buurvrouw. In een chatgesprek schreef hij in de rol van zijn buurvrouw dat zij in het verleden is verkracht, dat zij nog eens op gewelddadige wijze verkracht wilde worden en dat zij wilde dat de medeverdachte haar op een onverwacht moment in haar eigen woning zou verkrachten.

De verdachte heeft ook gegevens van drie andere vrouwen uit zijn omgeving online gebruikt om in chatgesprekken met mannen zijn eigen identiteit te verhullen. Niet alleen zijn buurvrouw, maar ook zijn (inmiddels ex-)echtgenote en dochters van goede vrienden zijn hiervan het slachtoffer geworden. Zij liepen hierdoor het risico dat wildvreemde mannen hen ongewild zouden benaderen.

De 46-jarige verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Volgens zijn advocaat zou er geen sprake zijn geweest van een poging tot verkrachting, maar was de verdachte zelf het slachtoffer van de uitlokking door de medeverdachte. De rechtbank gaat hier niet in mee. De verdachte nam het aanmerkelijke risico dat hij handelde zonder instemming van het slachtoffer. Hij was zich ervan bewust dat mensen zich op een website voor het voeren van chatgesprekken met een seksueel karakter als een ander kunnen voordoen.

Bij het bepalen van de straf van de 46-jarige man houdt de rechtbank rekening met het blanco strafblad en dat hij zijn woning, zijn baan en zijn echtgenote kwijt is geraakt en dat hij moeizaam contact met zijn kinderen heeft. De verdachte is door de medeverdachte misleid. Er zijn geen aanwijzingen dat hij ook zonder die misleiding tot zulke ernstige daden zou zijn gekomen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (langer dan de elf dagen die de verdachte al in voorarrest heeft gezeten) vindt de rechtbank in dit uitzonderlijke geval dan ook niet gepast. Ook een voorwaardelijke gevangenisstraf vindt de rechtbank niet nodig, omdat de kans op herhaling volgens deskundigen klein is.

De 58-jarige verdachte is schuldig aan het uitlokken van de poging tot verkrachting en het gebruiken van de identiteit van vier vrouwen. De rechtbank vindt het zeer ernstig dat de verdachte de poging tot verkrachting door zijn medeverdachte op slinkse wijze zorgvuldig in scène heeft gezet, waardoor zijn nietsvermoedende buurvrouw slachtoffer werd van een zeer ernstig zedenmisdrijf. De rechtbank neemt het de verdachte ook kwalijk dat hij zijn rol in het misdrijf na het incident wekenlang heeft verzwegen. Daarnaast heeft door zijn handelen het leven van zijn medeverdachte een nare wending genomen.

De rechtbank vindt een gevangenisstraf voor de 58-jarige man passend, maar vindt het ook belangrijk dat hij een behandeling krijgt. Daarom legt de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op met een proeftijd van vijf jaar. Tijdens de proeftijd moet de verdachte zich laten behandelen en in gesprek blijven met de reclassering. Ook krijgt hij een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod voor een deel van de gemeente Schagen.

De verdachten moeten samen ruim 8.000 euro schadevergoeding betalen aan het slachtoffer. Daarnaast moet de 58-jarige verdachte aan de drie andere slachtoffers bijna 3.000 euro schadevergoeding betalen.