Een grote groep mensen demonstreerde 24 januari jl. in het centrum van Eindhoven tegen 'de lockdown en politiegeweld'. De demonstratie zou zich richten tegen de lockdown en voor de vrijheid van demonstreren. Op enig moment liep het uit de hand. Een deel van het intussen massaal aanwezige publiek richtte zich fysiek en verbaal tegen de aanwezige politie. Zo werden er onder meer stenen en fietsen gegooid richting de agenten. Ook werden ruiten van onder meer winkels en het station ingegooid en werden er winkels geplunderd. Daarnaast werd een auto van ProRail op zijn kop gegooid en in brand gestoken.

De 16-jarige jongen kwam die bewuste dag bij zijn opa en oma vandaan en reed op zijn scooter langs het station. Hij stapte af en ging kijken. In de hectiek werd de jongen meegesleurd in de menigte en belandde hij aan de voorkant van het station. Daar pakte hij een steen op en gooide deze een paar keer naar een ruit. Ook trapte hij tegen een deur aan.

Bij het bepalen van de straf houdt de kinderrechter er rekening mee dat de jongen zeer open verklaarde over zijn aandeel in de rellen. Hij neemt alle verantwoordelijkheid voor zijn daad. Hij vindt ook dat hij een straf verdient en schade moet vergoeden. De jongen kreeg eerder al huisarrest en hield zich hier netjes aan. De rechtbank vindt - net als de officier van justitie - een deels voorwaardelijke werkstraf dan ook op zijn plaats. Daarnaast moet hij een schadevergoeding betalen aan de NS.

Eerder werden al verschillende verdachten veroordeeld voor betrokkenheid bij de rellen in Eindhoven. Op 5 februari kregen 4 verdachten gevangenisstraffen, 9 februari werden 3 minderjarigen veroordeeld tot jeugddetentie, 11 februari kregen 2 verdachten celstraffen, 24 februari kregen 4 verdachten celstraffen en in maart werden een 17-jarige jongen, twee 16-jarige jongens en 3 mannen veroordeeld.