De man deed in februari van dit jaar een kalmerend middel in de thee van de
jonge vrouw waardoor zij buiten bewustzijn raakte. De verdachte verklaarde dat
hij schrok van het effect dat het middel op het slachtoffer had en heeft haar
vervolgens direct naar huis gebracht. De rechtbank acht bewezen dat de man zich,
door de vrouw het middel te geven, schuldig maakte aan mishandeling.
Ook had
de man een zogenaamde spycam geïnstalleerd in zijn badkamer, waarmee hij tussen
januari 2011 en maart van dit jaar afbeeldingen maakte van het slachtoffer.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat het meisje zich in
een afhankelijke positie van de man bevond. Hij maakte grote inbreuk op de
persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer en tastte haar lichamelijke
integriteit aan. In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de
man berouw toonde en de ernst van de feiten inziet. De mishandeling wordt hem
bovendien op advies van een psycholoog in licht verminderde mate toegerekend. De
rechtbank legt een deels voorwaardelijke celstraf op en koppelt daar een aantal
bijzondere voorwaarden aan. Zo krijgt hij een contactverbod met het slachtoffer
en moet hij zich in een kliniek laten behandelen voor obsessie en voyeurisme.