De man en zijn slachtoffer waren vanaf hun tienerjaren als broers voor elkaar. Zo heeft hij vijf jaar bij het slachtoffer gewoond. De afgelopen jaren ging de broederliefde die de man voor het slachtoffer voelde echter over in angst en haat. De man kon zowel fysiek als psychisch niet meer tegen hem op. De werkelijke reden voor het ontstaan van de angstgevoelens voor zijn slachtoffer is helaas onduidelijk gebleven. De man heeft bij de politie en ook ter zitting niet nader willen verklaren over welke gebeurtenissen hiertoe hebben geleid, dit uit respect voor het slachtoffer en zijn nagedachtenis.
De man heeft steeds ontkend dat hij van plan is geweest om zijn vroegere vriend te vermoorden. Hoewel het er alle schijn van had dat de man op de bewuste dag het slachtoffer van het leven wilde beroven, acht de rechtbank moord niet bewezen.