De rechtbank oordeelt dat de boer in meerdere opzichten ernstig en strafbaar tekort schoot in de verzorging van zijn runderen. De man toont hiermee aan dat hij de verantwoordelijkheid voor het bedrijfsmatig houden van dieren niet aan kan. Want ondanks een eerdere veroordeling zijn er opnieuw ernstige tekortkomingen geconstateerd. De koeien hebben hierdoor herhaaldelijk en onnodig geleden. De rechtbank neemt dit de man zeer kwalijk.

Tijdens een controle van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op 25 november 2019 bleek namelijk dat niet één koe onder acceptabele omstandigheden gehouden en verzorgd werd. De stallen waren ernstig vervuild en de tientallen dieren beschikten niet over een schone en droge ligplaats. Ook waren bijna alle koeien sterk vermagerd en waren de drinkbakken leeg of gevuld met vervuild water. Ook vonden de inspecteurs meerdere kadavers van dode koeien die al enkele dagen of weken dood waren en waarvan geen melding was gemaakt.

Om verder dierenleed te voorkomen besloot de rechtbank Overijssel op 6 december van vorig jaar al dat de man zijn bedrijf voorlopig moest stilleggen, in de aanloop naar de behandeling van deze strafzaak. Nu legt de rechtbank de stillegging op voor de maximale duur van één jaar. In die periode mag hij geen dieren houden of zijn stallen en grond verhuren aan anderen voor het houden van dieren. De rechtbank legt de man daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op met een proeftijd van 3 jaar. Gaat hij in de toekomst toch nog eens in de fout, dan kan die straf ten uitvoer worden gelegd. Ook geldt als voorwaarde dat de man zich moet melden bij de reclassering en mee moet werken aan begeleiding door de Stichting Samen Doen.