In een eetcafé in Reutum krijgen op 5 augustus 2017 de broers ruzie met een groep mannen uit Winterswijk. Na het handgemeen lopen de mannen uit Winterswijk naar buiten. Op enig moment lopen de broers vervolgens schouder aan schouder en pratend ook naar buiten, waarbij de 35-jarige een steakmes in zijn handen heeft. Buiten begint de vechtpartij opnieuw en worden twee mannen uit Winterswijk, ook broers van elkaar, neergestoken door de 35-jarige Enschedeër. Voor de jongste van de twee slachtoffers komt hulp te laat, hij overlijdt aan zijn verwondingen.

De rechtbank oordeelt dat beide broers schuldig zijn aan doodslag en een poging doodslag. Uit een getuigenverklaring en DNA-sporen op de messen blijkt dat de oudere broer degene was die heeft gestoken. De twee Enschedeërs beriepen zich op hun zwijgrecht.

De 32-jarige Enschedeër heeft niet gestoken maar krijgt wel als medepleger dezelfde straf opgelegd als zijn oudere broer. De rechtbank oordeelt dat zijn rol gelijk is, want op dat moment deden ze alles samen; ze vochten samen tegen de groep uit Winterswijk, liepen schouder aan schouder weer naar buiten, waarbij zijn broer gewapend was met een mes en gingen vervolgens samen het gevecht aan. Na de steekpartij gingen ze samen naar binnen. Op die momenten nam de jongere broer geen afstand van het geweld. Integendeel, hij zocht juist de confrontatie op.

De dood van de man uit Winterswijk betekent een groot verlies en een blijvend verdriet voor het gezin, naaste familieleden en vrienden. Dat hebben zijn moeder en schoonzus treffend verwoord tijdens het uitoefenen van het spreekrecht in de zittingszaal.

De rechtbank oordeelt dat de veroordeelden iets meer dan 9000 euro aan shockschade moeten betalen aan het andere slachtoffer uit Winterswijk en zijn vrouw, die direct na de steekpartij de gevolgen zag bij haar gewonde man en dodelijk getroffen zwager.

Aan de ouders van het slachtoffer wordt geen shockschade toegekend omdat zij het misdrijf niet zelf hebben waargenomen en niet op directe wijze zijn geconfronteerd met de gevolgen van het misdrijf. Naast de shockschade moeten de Enschedeërs de uitvaartkosten en gederfde inkomsten betalen. Het totaal van de schadevergoedingen aan nabestaanden komt op ruim 69.000 euro.