De vrouw liep opzettelijk het water in terwijl zij niet kon zwemmen. Haar twee dochters waren aan haar vastgemaakt en konden ook allebei niet zwemmen. Vanwege de hoogte van de kade ten opzichte van het water was er geen mogelijkheid om zelfstandig vanuit het water weer op de kant te komen. De vrouw was op de hoogte van de gevaarlijke situatie aan de kade. Ze heeft een lange tijd langs de waterkant gezeten, is in die tijd meerdere keren richting de waterkant gelopen en heeft de plek ook eerder bezocht. Haar twee oudste kinderen probeerden te voorkomen dat de vrouw het water in ging. De rechtbank stelt vast dat de vrouw na kalm beraad heeft besloten om het leven van haar twee jongste kinderen te beëindigen. Dat één van de dochters de minuten in het water heeft overleefd, is te danken aan het snelle en adequate handelen van derden en doet niet af aan de opzet van de vrouw, die was gericht op het beëindigen van het leven van haar dochter.