De rechtbank verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering, omdat dit een te ingewikkelde vraag is om in dit strafproces te beoordelen. Partijen kunnen bij de civiele rechter  het juridische debat over de omvang van de schade in volle omgang voeren.

Het grootste deel van de schadevergoeding, zo’n 730.000 euro, werd iets meer dan twee weken voor de zitting ingediend. Hierdoor was er voor de verdediging te weinig tijd om goed verweer te kunnen voeren op deze complexe en grote claim. Ook de rechtbank kan door de korte tijd en de lastige en grote schadevergoedingsvraag geen schatting doe

In een ruzie met meerdere personen op 5 mei 2019, gaf de 22-jarige man het slachtoffer een vuistslag in het gezicht. De 25-jarige man viel bewusteloos op straat, werd afgevoerd naar het ziekenhuis en lag enkele weken op de intensive care. Het slachtoffer liep zwaar lichamelijk letsel op met grote gevolgen. Zo heeft de man problemen met taalbegrip en kan hij maar enkele woorden lezen en schrijven.

De straf van 8 maanden gevangenisstraf is lager dan de 15 maanden celstraf die de officier van justitie eiste. Daarbij kijkt de rechtbank ook naar de uitgangspunten die gelden in de rechtspraak voor straffen in soortgelijke zaken. De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van deze uitgangspunten af te wijken. De man heeft een blanco strafblad en de kans op herhaling is klein. Tijdens de zitting bleek dat de man oprechte spijt heeft en het moeilijk vindt om te leven met de gedachte dat hij een ander dit heeft aangedaan. Hij is van mening dat hijzelf hierdoor in zijn eigen leven minder plezier kan en mag hebben.