Later dat jaar, op 29 oktober, is er een inval in een loods in het Limburgse Stramproy. Op het moment dat de politie en de douane daar binnengaan proberen verschillende mannen te vluchten. In deze loods wordt ook een volwaardige productielijn van illegale sigaretten aangetroffen. Op dat moment liggen 4,7 miljoen illegale sigaretten in het pand. De werknemers verklaren dat zij in hun thuisland zijn gevraagd om te komen werken in Nederland. In Nederland zijn ze ondergebracht in een boerderij en werden ’s ochtends in een geblindeerde bus opgehaald en bij de fabriek in Stramproy afgezet. Zij verklaren dat hen andere werkzaamheden werden voorgespiegeld, zoals werken in de bouw. Ook hadden de werknemers wel het vermoeden dat er iets niet in de haak was en dat zij bezig waren met de productie van illegale sigaretten. De mannen zijn schuldig aan het medeplegen van het overtreden van de accijnswet. 7 van hen moeten een gevangenisstraf van 6 maanden uitzitten. Eén werknemer is veroordeeld tot een celstraf van 10 maanden. Hij is eerder in Nederland veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.