Het zorgbureau kwam in beeld bij de Belastingdienst toen bleek dat er over de jaren 2012 tot en met 2014 geen aangifte vennootschapsbelasting was gedaan. Uit een boekenonderzoek dat de Belastingdienst vervolgens uitvoerde, bleek dat de administratie niet compleet was en dat er geen kasboek werd bijgehouden. Ook ontbraken jaarrekeningen. Pas na de aankondiging van het boekenonderzoek is een poging gedaan om de administratie op orde te brengen, maar dat is niet gelukt.

Ook na het boekenonderzoek in 2015 zette het zorgbureau geen kasadministratie op en veranderde er niks in het doen van de administratie. Zo bleef de directeur van het zorgbureau het grootste gedeelte van het geld van het zorgbureau uitgeven aan privé dingen; hij betaalde schulden bij familieleden af, kocht een auto, nam een bedrijf over, deed schenkingen en leende een oom geld voor de aanschaf van een machine. Deze niet zakelijke uitgaves werden dus door het zorgbureau gefinancierd.

De 46-jarige vrouw van de man stond bij Kamer van Koophandel ingeschreven als directeur en enig aandeelhouder van het zorgbureau. Zij liet na om te controleren of de administratie op orde was en greep niet in toen zij dat had moeten doen. Daarnaast ontving ook zij geld van het bedrijf, terwijl niet duidelijk was waarvoor.