Hoewel de rechtbank geen reden heeft om te betwijfelen dat de stichting dit deed met de juiste intenties en dat veel mensen baat hebben gehad bij de wietolie, kan de rechtbank niet anders dan tot het oordeel komen dat de stichting hiermee wel de Opiumwet en de Geneesmiddelenwet heeft overtreden. Wietolie is door de wijze waarop het door de stichting aan het publiek is gepresenteerd een geneesmiddel in de zin van de wet, waarbij de wet volgens de EU-richtlijnen moet worden uitgelegd. De stichting moet zich dus houden aan de Geneesmiddelenwet en dat heeft zij niet gedaan. De stichting beschikt niet over de vereiste vergunningen en kan de kwaliteit van de producten niet verzekeren, zodat het hoge beschermingsniveau van volksgezondheid gewaarborgd is.