Laden...

Minderjarige jongen veroordeeld voor 13 aanrandingen in Deventer

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Overijssel > Nieuws > Minderjarige jongen veroordeeld voor 13 aanrandingen in Deventer
Almelo, 02 augustus 2018

Een minderjarige jongen uit Deventer is veroordeeld tot jeugddetentie en behandeling voor het aanranden van 13 vrouwen in die stad. Tussen oktober 2017 en januari 2018 randde hij vanaf de fiets de vrouwen aan, hij sloeg hen op de billen of kneep in de borsten of het kruis en fietste dan door. In veel gevallen riep hij obscene teksten naar het slachtoffer. Hij was destijds 16 en 17 jaar. De rechtbank oordeelt dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is.

Straf

De rechtbank legt hem 180 dagen jeugddetentie op, waarvan 167 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar met bijzondere voorwaarden. Zo staat hij onder strikt toezicht van de Jeugdreclassering en moet hij zich laten behandelen. Daarnaast moet hij in totaal zo’n 4.000 euro aan schadevergoedingen betalen.

Forse impact op slachtoffers en maatschappij

Er is sprake van een serie aanrandingen waarbij aan de vrouwen gelukkig geen fysiek letsel is toegebracht, maar waarvan de impact op de slachtoffers en anderen in de maatschappij wel fors is. De vrouwen zijn erg geschrokken en ondervinden nog steeds de gevolgen van de aanrandingen. Soms durven ze niet meer een bepaalde route te lopen of te fietsen of ’s avonds laat alleen te fietsen. Ze voelen zich nerveus en gespannen. Dit rekent de rechtbank de jongen zwaar aan.

Behandeling noodzakelijk

Aan de andere kant vinden ook de slachtoffers dat de jongen behandeling nodig heeft en moet leren dat dit soort gedrag totaal onacceptabel is. Ook de rechtbank acht behandeling noodzakelijk. De jongen wordt al sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis begeleid door de Jeugdreclassering en moet zich aan voorwaarden houden, zoals een locatieverbod. De rechtbank oordeelt dat het goed zou zijn als de jongen, naast zijn behandeling en school, aan het werk gaat zodat hij de schade kan vergoeden. Daarom legt de rechtbank geen (onbetaalde) werkstraf op.

Uitspraken